Enkele halsbandparkieten interesseerden zich onder protest van een paartje grote bonte spechten voor wat oude uitgehakte boomholten in de heemtuin, logischerwijs bleken deze te klein. Maar het is wel te beschouwen als een volgende stap in het proces naar een mogelijk toekomstige vestiging als park- en tevens Leiderdorpse broedvogel. Nachtegaal, grote lijster, boomklever en appelvink zijn zeldzame doortrekkers/gasten, waarop je in De Houtkamp soms jarenlang moet wachten. Verder werden tijdens de parkwandelingen 5 soorten overvliegend zonder enige vorm van parkbinding opgemerkt, dit is ongetwijfeld een fractie van het totale aantal dat het park hoog door het luchtruim passeert. Soepgans en muskuseend werden vooral in de broedtijd vaak dan wel langdurig op grote afstand van de omgeving van de kinderboerderij aangetroffen en lijken zich daar dan zelfstandig in leven te houden; analoog aan de Atlas Nederlandse Broedvogels 1998-2000 is nu ook voor deze "soorten" in de parkopsomming een plaatsje ingeruimd. Drie broedvogelsoorten: koolmees, pimpelmees en kauw werden na de nestkastencontrole / tijdens de broedvogelinventarisatie weer (deels) als nestkastbroeder aangemerkt.
Nieuwe wilde soorten lieten zich het afgelopen jaar helaas niet bewonderen. Vijf soorten komen als exoot of mengvorm in het park voor. De Houtkamp is ook van belang voor een tweetal "rode lijst"-soorten: Groene specht (deelterritorium) en ijsvogel (gastverblijf).
In totaal werden 70 soorten waargenomen, 65 daarvan hadden op de een of andere manier een parkbinding. Van deze 65 konden er 33 als territoriale / broedpaarpresente / broedende soort worden aangemerkt, 32 verbleven er dus slechts kortere dan wel langere tijd of zijn het hele jaar alleen maar aanwezig. Wat in de toelichting bij de broedvogelinventarisatie 2002 wordt geconcludeerd (b)lijkt ook voor de doortrekkers en wintergasten te gaan gelden: door de steeds meer geïsoleerde ligging tussen allerlei vormen van bebouwing wordt het park minder bezocht(/gevonden?), zowel wat de aantallen soorten als individuele vogels betreft. Ook zachte winters zijn blijkens de waarnemings-maandlijsten vaak van negatief kwantificerende invloed op bezoekende soorten/aantallen in De Houtkamp. Vanaf december 1980 tot en met december 2002: 124 wilde vogelsoorten met parkbinding, 14 opgemerkte soorten overvliegend zonder parkbinding, 11 exoten / mengvormen.

Waarnemingen in de Houtkamp 2002
01. fuut
02. aalscholver
03. blauwe reiger
04. lepelaar #
05. soepgans *
06. grauwe gans #
07. kolgans #
08. wilde eend
09. soepeend *
10. muskuseend *
11. kuifeend
12. buizerd
13. sperwer
14. boomvalk
15. waterral
16. waterhoen
17. meerkoet
18. scholekster #
19. watersnip
20. houtsnip
21. kokmeeuw
22. stormmeeuw
23. zilvermeeuw
24. kleine mantelmw.
25. houtduif
26. stadsduif # *
27. holenduif
28. turkse tortel
29. gierzwaluw
30. ijsvogel RL
31. halsbandparkiet *
32. groene specht  RL
33. grote bonte specht
34. boerenzwaluw
35. witte kwikstaart
36. winterkoning
37. heggenmus
38. roodborst
39. nachtegaal
40. merel
41. zanglijster
42. grote lijster
43. koperwiek
44. kramsvogel
45. bosrietzanger
46. kleine karekiet
47. tuinfluiter
48. zwartkop
49. fitis
50. tjiftjaf
51. goudhaan
52. vuurgoudhaan
53. pimpelmees @
54. koolmees @
55. staartmees
56. boomklever
57. boomkruiper
58. gaai
59. ekster
60. kauw @
61. zwarte kraai
62. spreeuw
63. huismus
64. vink
65. keep
66. groenling
67. putter
68. sijs
69. appelvink
70. rietgors

# = overvliegend zonder speur- of (lage) fourageervlucht, dus vogels zonder parkbinding
* = exoot of mengvorm
@ = nestkastbroeder
vet = voor het park zeldzame soort
(vijfmaal of minder sinds december 1980 waargenomen)
RL = Rode Lijst - soort
cursief = territoriaal / broedpaar / broedvogel