De start - Historische terugblik op een kwart eeuw VWG

  • van 5 naar 214 leden,
  • van f. 2.836,84 naar € 29.648,
  • van een zeiltje tot in “De Zaagbek”,
  • van zitlap tot “Amalia”,
  • van de Nederlandse Delta naar het Hongaarse Bükk-gebergte
  • van zomaar vogels bekijken en beluisteren naar landelijke tellingen/inventarisaties
  • van ruilverkaveling tot HSL-ondertunneling,
  • van een solisten naar zo’n tien commissies
  • van zwanen/eenden tellen overgaan op Europees Vogelrichtlijngebied
  • van weidevogels op grasland naar diezelfde vogels op maispercelen.
  • en nog veel meer...

November 1979: een vijftal vogelliefhebbers (Jaap van der Steen,, Henri van Bostelen,en Cor Tonkens) besloot een vogelwerkgroep op te richten. Men wilde van natuur, landschap en met name vogels genieten en eraan bijdragen deze waarden te behouden. Kort daarop vond op
1 januari 1980 een voorspoedige bevalling plaats, de boreling kreeg meteen de ruimte toebedeeld onder de naam “Vogelwerkgroep Koudekerk/Hazerswoude en omstreken”. Al gauw groeide het ledental naar 11 en werd een bestuur van drie personen gevormd. De pioniers hielden zich in de beginfase allereerst bezig met het fabriceren en ophangen van 61 nestkasten. Dit gebeurde op diverse plekken in de toenmalige gemeenten Koudekerk en Hazerswoude. Men kwam ook geregeld bij elkaar onder de noemer “informele avonden”, in de beginfase gebeurde dit in de pr. Chr. basisschool “De Rank” in Koudekerk. De eerste ledenexcursie ging naar het Deltagebied en eind 1980 werd gestart met het knotwerk. In ongeveer diezelfde periode richtte men op het ons welbekende eilandje bij de bocht in het Spookverlaat het eerste ooievaarpaalnest op; omdat er nog geen wegen door het gebied liepen (het was nog voor de ruilverkaveling) vervoerde men het het gevaarte vanuit Hazerswoude-Rijndijk over weilanden en door sloten. Ook verscheen tegen het eind van dit eerste verenigingsjaar een clubblad onder de veelzeggende naam “De Braakbal”, gestencild op A4-formaat. Al snel was men zich bewust van de noodzaak om avifaunistische zaken landelijk aan te pakken: vanaf maart is meegewerkt aan het verzamelen van gegevens voor de “Atlas Winter- en Trekvogels” over de periode 1977/1983; uiteindelijk kwam deze als “Atlas van de Nederlandse Vogels” uit de bus. Voorts werden vanaf de beginjaren in het huidige Rijnwoude huiszwaluwnesten geïnventariseerd. Bij een vereniging hoort ook een financiële huishouding, uit de verantwoording over 1981 blijkt dat er in dat jaar in totaal f. 2.836,84 (inkomsten en uitgaven opgeteld) was omgegaan.

Weidevogelnest
 

Uitbreiding van activiteiten

In de beginjaren kwamen er regelmatig verenigingsactiviteiten bij. Het jaar 1982 bleek dienaangaand belangrijk: men startte met weidevogelbescherming en het uitleggen van vlotjes als broedplekaanbod voor de Zwarte Stern. Verder ging de Vogelwerkgroep (in het vervolg afgekort als VWG) een samenwerkingsverband aan met het IVN-afdeling Alphen a/d. Rijn e.o. Aan de Koudekerkse Lagewaard wilde men n.l. een “natuurtuin” aanleggen en onderhouden om daar langzamerhand polderflora te krijgen. Intussen begon het najaars-vogelkijkweekend een jaarlijkse traditie te worden: Texel werd een begrip, het Deltagebied bleef in ere; in een later stadium werd het drieluik voltooid met de toevoeging van het Lauwersmeergebied. Het trefpunt voor de - nog steeds - informele avonden werd verlegd naar de bovenzaal van Café de Hoek bij de Koudekerkse brug, tot in 1998 bleef dit zo.
Vanaf 1983 werd geprobeerd aparte activiteiten voor de jeugdleden op te zetten; na een aantal jaren blijkt dit toch niet echt te zijn gelukt en zag men er verder maar van af. Ook startte in dit jaar de broedvogelinventarisatie in het Leiderdorpse park De Houtkamp (incl. Heemtuin), waarmee twintig jaar (dus tm. 2002) werd doorgegaan.
In meerdere opzichten bleek 1984 van belang. De VWG sloot zich aan bij SOVON (Samenwerkende Organisaties Vogelonderzoek Nederland). Met Vogelbescherming Nederland (“Zeist”) dateerden de contacten al vanaf 1980: een van de leden fungeerde als consulent/contactpersoon; sinds 2004 loopt e.e.a. via het verenigingssecretariaat. Van formeel belang was het statutair worden van de vereniging per 18 juni; de doelstelling luidt officieel: “de bescherming en bestudering van het landschap in de omgeving van Koudekerk aan den Rijn en Hazerswoude, met name de vogels die in dat landschap leven”. Als middelen hiertoe worden o.m. genoemd: excursies, landschapsbeheer, lezingen, kunstmatige nestgelegenheid, e.a.”. Door de flinke groei van het ledental (per 31-12: 47) is het aantal bestuursleden intussen van 3 naar 5 uitgebreid. In juni vond in het Leiderdorpse park De Houtkamp de eerste publieksexcursie plaats, die naar meer smaakte. Vanaf de septembereditie werd “De Braakbal” door een aparte redactie gerund, die meteen overging naar een kwartaaluitgave op A4-formaat.
Relatief rustig, zonder veel opmerkelijke zaken, bleek het jaar 1985. Er werd, net als in het jaar daarop, praktische medewerking gegeven aan een tv-cursus “Vogels kijken” resp. “Vogeltaal”. Daarnaast startte men in het voorjaar met een (jaarlijkse) publieksexcursie op de fiets door het poldergebied over de Ruige- en Mattenkade. Vanzelfsprekend gingen alle beheersactiviteiten gewoon door. Onder de door de VWG bedachte naam “Liesklepper” werd in het ooievaarsdorp Het Liesveld een uiver geadopteerd, wat jaren later ging men over op een ooievaar “Klepbert” in de Alphense “Aarhorst”. Het nestkastenbeheer werd uitgebreid met een sector in Leiderdorp: De Houtkamp. Vogels kijken en haar onderhorigheden waren, ook landelijk, voornamelijk een mannenbezigheid. Langzaam maar zeker veranderde dit: aan het eind van dit kalenderjaar prijkten op de voor het eerst boven de 50 personen komende ledenlijst de namen van onze eerste drie vrouwelijke leden.

De lokatie van de allereerste excursie naar Texel - De Immetjeshoeve
Ooievaarsnest in het Spookverlaat 1996
De oprichting van het ooievaarsnest aan het Spookverlaat

Publiekseducatie

In januari 1986 zag de Educatiecommissie het levenslicht. Deze ging zich bezig houden met het organiseren van publieksexcursies en –avonden, het opzetten en geven van cursussen en later het beheer van de diatheek. Maar er was ook dit jaar meer! In maart werd een bomeninventarisatie aan de gemeente Koudekerk a/d. Rijn overhandigd. Tijdens de Algemene Ledenvergadering op 20 februari schonk de commissie Landschapsbeheer een voorzittershamer, vervaardigd uit hout van es, wilg en els. Op diezelfde bijeenkomst werd de eerste versie van de diatheek-catalogus overhandigd, deze diaverzameling groeide uit tot ± 750 dia’s in 1997. Een aantal leden werkte mee aan de realisering van het ooievaar-buitenstation “De Aarhorst” in Alphen a/d Rijn. Dit werd op 20 september geopend. Tijdens de wintermaanden werd het (nog steeds niet bezette) ooievaarpaalnest aan het Spookverlaat gerestaureerd onder het motto “de aanhouder wint”.
De periode 1987 t/m 1991 kenmerkte zich – althans volgens de beschikbare archiefgegevens – door een tijdspanne van betrekkelijke rust. Alles verliep blijkbaar zoals het ongeveer behoorde. In 1990 bestond de VWG tien jaar, wat aanleiding gaf om in juni een jubileum-special van “De Braakbal” uit te brengen. Op 12 maart 1991 werd in het Leiderdorps Milieu Educatief Centrum een publieksavond over “Roofvogels en Uilen” georganiseerd; met ± 60 belangstellenden zat het gebouwtje meer dan mudvol en moest zelf mensen de toegang worden geweigerd. In ditzelfde jaar werd de uitvoering van de ledenadministratie losgekoppeld van het secretariaat en werd de functie van ledenadministrateur ingesteld. Het ledental passeerde de drempel van 100 (111 op 31-12).

Vogelhut Amalia in 1995
De vogelhut Amalia bij het Spookverlaat wordt door de vereniging onderhouden

Amalia geeft de VWG een gezicht

Op 24 september 1992 nam de Ledenvergadering het historische besluit om aan het Spookverlaat nabij het ooievaarpaalnest een vogelobservatiehut te bouwen. Om dit project te ontwikkelen en uit te (doen) voeren werd een werkgroep in het leven geroepen. In hetzelfde jaar kreeg de VWG zitting in de Stuurgroep Landschapsplan van de gemeente Rijnwoude. Tijdens de eerste helft van de jaren ’90 groeide het P.R.-gebeuren snel: relaties met de pers werden verdiept, leden en/of activiteiten kregen geregeld een plaats in uitzendingen van Radio Leiderdorp, Radio West en later ook Radio Rijnwoude, en in vermeldingen op kabelnetten. Ook werd informatie verstrekt tijdens open dagen van de WLTO, publieksavonden en -excursies, later de Boomfeestdag, Staatsbosbeheer, Wijk & Wouden, enz.
Het volgende kalenderjaar, 1993 dus, beleefde het hoogtepunt op 27 november en 18 december: de vogelobservatiehut aan het Spookverlaat werd geplaats en afgewerkt. Hulde aan de werkgroep en alle vakkundige en ijverige medewerk(st)ers ! Maar er gebeurde meer: er werd bijvoorbeeld een video-promotiefilmpje gemaakt waarop alle verenigingsactiviteiten in beeld werden gebracht. Verder organiseerde men in de periode 1989/1995 niet minder dan zes vogelzangcursussen.
Veel gebeurde er in 1994: allereerst werd werd in maart wegens de forse groei van de vereniging in zowel ledental als werkzaamheden het bestuur van 5 naar 7 leden uitgebreid. In april organiseerden we op verzoek iets geheel nieuws: een informatieve vogeltenstoonstelling “Vogel-Allerlei” in de openbare bibliotheek van Leiderdorp; veel zelfwerkzaamheid naast een keur aan opgezette vogels dankzij onze goede relatie met de voorganger van het huidige museum “Naturalis”. September was feestelijk: in samenwerking tussen Staatsbosbeheer, de Landinrichtingsdienst en de VWG werd de ruilverkaveling afgesloten met de officiële openstelling van het natuurgebied “Spookverlaat-Kruiskade”; onze vogelhut kreeg de naam “Amalia” naar de legende van het Spookverlaat en de L.I.D. schonk een tweezijdig informatiepaneel ter plaatse. Onder dankzegging en luid applaus werd onze werkgroep “Realisering Vogelobservatiehut” op 28 september door de Ledenvergadering opgeheven. Het bleef druk: in oktober spraken we in op de HSL-hearing in Leiderdorp, in samenhang daarmee startten we direct daarna met acties bij Vogelbescherming Nederland en de Minister van LNV om het gebied “De Wilck” onder de werking van de Europese Vogelrichtlijn te brengen. Dit op grond van de al jarenlang regelmatig daar verblijvende grote aantallen kleine zwanen, die regelmatig nauwkeurig waren geteld.

De Wilck erkend!

1995 bracht behalve allerlei belangrijks ook alweer feest: de VWG werd 15 jaar. In dit kader werden 10 leden en 9 agrariërs “van het eerste uur” bedacht met een attentie in de vorm van een oorkonde. De leden kregen tegen korting een busexcursie naar het noordelijk Deltagebied aangeboden. Dit idee bleek de basis te zijn voor de erna in het leven geroepen jaarlijkse educatieve busexcursie naar dezelfde contreien. De educatiecommissie startte met een zelf opgezette, veelzijdige en een seizoen (september/mei) vullende cursus “Vogel-Allerlei”; deze bleek een succes waardoor er in totaal vijfmaal achtereen (dus tot in 2000) werd doorgegaan. Financiële cursusoverschotten konden worden aangewend voor de aanschaf van kwalitatief goede en eigentijdse apparatuur. Waar via educatieve activiteiten leden toestroomden zorgde met name het landschapsbeheer voor mogelijkheden om de geldelijke positie van de vereniging te verstevigen. En eindelijk: het ooievaarpaalnest werd verrijkt met het eerste uiver-broedsel, dat helaas (nog …..) niet uitvloog. Het natuurgebied Spookverlaat-Kruiskade kon voor het eerst voor Staatsbosbeheer op broedvogels worden geïnventariseerd. In maart werd de eerste verenigingscoördinator Tellingen en Inventarisaties geïnstalleerd; dit mondde o.a. uit in de start van jaarlijkse wintertellingen van oktober t/m. maart aan beide kanten van de Oude Rijn tussen Alphen en Leiden. Naderhand werden ook structureel gegevens aangaande andere vogelsoorten (koloniebroeders als Zwarte Stern en Oeverzwaluw, Ooievaar en allang de Huiszwaluw) ingezonden en landelijk centraal verwerkt/opgeslagen. Erg belangwekkend was het van de Minister van LNV in het najaar ontvangen bericht waarin deze De Wilck als “Belangrijk Vogelgebied”(voor de Kleine Zwaan) erkende. Als gevolg hiervan nam Vogelbescherming Nederland de belangenbehartiging naar de Rijksoverheid (gedeeltelijk) over. Dit om e.e.a. in de pas te laten lopen met de vele andere gebieden die dezelfde procedure aangaande de Europese Vogelrichtlijn ondergingen.

in 1996 passeerde het ledental de grens van 150. Aangaande PR.-zaken werd in oktober een (financiële) knoop doorgehakt en was de vereniging een groot, mooi ogend maar vooral functioneel informatiepaneel rijker. Daarnaast werden we vanaf dit jaar in meerdere of mindere mate en met sterk wisselend succes in Leiderdorp en Rijnwoude betrokken bij het gemeentelijk groenbeheer. Het nestkastenbeheer was intussen uitgegroeid tot zeven sectoren: Koudekerk 3, Hazerswoude-Rijndijk 1, Hazerswoude-Dorp 1 en Leiderdorp 2. In mei organiseerden we op verzoek weer een informatieve vogeltentoonstelling, nu in de “bieb” van Hazerswoude-Dorp. Op 16 maart werd het ooievaarpaalnest helemaal vernieuwd: de paal is nu van metaal, dit verlengt de levensduur enorm. Eind september werden ter gelegenheid van de World- en Euro-Bird Watch in de polders van Rijnwoude en omgeving niet minder dan 30.772 vogels, verdeeld over 69 soorten, geteld.
Binnen de VWG werd in 1997 een projectgroep ingesteld aangaande herinrichtingsplannen voor de Leiderdorpse Munnikenpolder. Op onbegrijpelijke wijze werd er na verloop van enige tijd niets meer van vernomen, totdat er in 2003 opeens nieuwe (andere) plannen vanuit deze gemeente opdoken. Bij het natuurtuinbeheer kwam door de jaren heen het organisatorische zwaartepunt meer en meer bij het IVN te liggen, de VWG deed daar en doet daar nog steeds structureel knotwerk. Het weidevogelbeheer vond 508 nesten waarvan er 412 uitkwamen, daarvan werden er 53 op een speciale manier beschermd. Voor het eerst vlogen er vanaf het ooievaarsnest jongen daadwerkelijk uit: 3 stuks.
Een absoluut record aan bezoekers werd op 19 februari 1998 gevestigd: in café De Hoek waren 101 belangstellenden present om een prachtige publieks-dia-avond over het Spookverlaat bij te wonen.Helaas sloot deze lokatie haar deuren voor verenigingen, waardoor we voor het seizoen 1998/1999 uitweken naar HCR “Groenendijk” in Hazerswoude-Rijndijk. Dit bleek al vrij ras niet echt een succes. In het broedseizoen ontdekte een VWG-lid in het zandlichaam voor de aanleg van de N11 een oeverzwaluwenkolonie. Via contacten met Vogelbescherming en Rijkswaterstaat werd het werk ter plekke enige tijd stil gelegd. Erg verheugend was de toezegging van Rijkswaterstaat om in de directe omgeving van de N11 een kunstmatige overzwaluwenbroedwand aan te leggen.

Ruimtelijke Ordening - Herinrichtingen in ons werkgebied

Vanaf september 1999 werd “Het Anker” in Hazerswoude-Rijndijk de thuishaven. Van groot belang was het deelnemen aan de inspreekronde inzake het al of niet doorgaan van de HSL-boortunnel onder o.a. De Wilck. Wegens het snel stijgende aantal tijdrovende en diepgaande zaken werd de commissie Overheidszaken, Ruimtelijke Ordening en Openbare Werken (OZ,RO en OW) ingesteld. Steeds meer bleek het n.l. van het grootste belang om vanaf de beginstadia, voordat de formele procedures in gang worden gezet, bij het vooroverleg aangaande allerlei plannen betrokken te zijn. Namens en voor Vogelbescherming Nederland werd een VWG-lid aangesteld als zogenaamde Wetlandwacht voor De Wilck. Met de kennis en ervaring van de gehele vereniging daarachter fungeert deze als bewaker en jaarlijkse rapporteur aangaande (mogelijke bedreiging van de natuurwaarden van) De Wilck als Belangrijk Vogelgebied. Met dank aan Rijkswaterstaat verrees precies op tijd een kunstmatige oeverzwaluwenbroedwand tussen de N11 en de spoorlijn, en wel in de ecozone Elfenbaan direct westelijk van de Oostvaart. Onze vereniging beheert dit bouwsel voor het Zuid-Hollands Landschap. Dankzij inspanningen van enkele leden bij Rijkswaterstaat kon een visdievenkolonie in de lus van de N11 oostelijk van het Gouwe-aquaduct worden beschermd tijdens werkzaamheden aldaar.

Het veldwerk om gegevens voor de Atlas Nederlandse Broedvogels 1998-2000 te verkrijgen werd afgerond, dit standaardwerk verscheen in november 2002. Voor Staatsbosbeheer werd gestart met jaarlijkse broedvogelinventarisatie van weidevogelreservaat De Wilck, voorheen deden andere instanties dit. De gegevens van de huiszwaluwnestentellingen in Rijnwoude en Leiderdorp integreerden in het overzicht van de Zwaluwenwerkgroep Alphen a/d. Rijn e.o., waardoor een groot gebied geheel werd afgedekt. Het nestkastenbestand bereikte de recordhoogte van 284 en de natuurtuin werd driemaal op de aanwezige flora geïnventariseerd. In overleg met Staatsbosbeheer werd door de “knotploeg” machinaal op een aantal plekken in de bosjes langs het Spookverlaat “stormschade” gecreëerd. Bij 22 agrariërs waren 21 weidevogelbeheerders/-sters actief op 510 ha land; men vond 966 nesten waarvan er 661 uitkwamen, daarvan werden er 394 gespaard door daadwerkelijke nestbescherming. Bij de ledenexcursies begon het begrip “doelsoort” opgang te doen en bleek de eerste buitenlandse vogelreis (naar Zuidwest-Polen) een succes. De sector overheids- en publieke zaken begon steeds meer een wissel op mankracht en tijdsinvestering te trekken, dit noopte het bestuur tot limitering, importantie-gradering en afbakening van de regionale taak in het werkgebied. Op 31 maart werd de kroon op jarenlang tellen, lobbyen en administratief werk gezet: “De Wilck” verkreeg de door onze VWG zo begeerde en toch wel zwaar bevochten status van Europees Vogelrichtlijngebied!

Herinrichting van de VWG

Door naar 2001, het jaar waarin het ledental de 200 passeerde. Naast die forse groei was er op allerlei fronten al lang sprake van meer, langduriger en ingewikkelder inspanningen. Op 22 maart werden daarom de bestuurlijke organisatie en de verenigingsstruktuur aangepast: delegatie van uitvoerend werk en een doorzichtige, logische en gemakkelijk aan te passen organisatievorm. Het aantal bestuursleden ging van 7 naar 5 terug en de portefeuilleverdeling werd herzien; het uitvoerende werk werd zoveel mogelijk gedelegeerd naar kwalitatief en kwantitatief goed bemande commissies. Sindsdien staat er een jaarlijkse bijeenkomst van het bestuur met de commissiecoördinatoren en enkele andere “dragende” leden op de vergaderagenda.
Van een heel andere orde was de educatieve ledencursus “Vogelgeluiden”, waaraan niet minder dan 41 leden meededen. De samenwerking met Staatsbosbeheer was wat het landschapsbeheer betreft intussen van dien aard, dat er steeds meer aan de VWG werd toevertrouwd en overgelaten. De dit jaar nieuw in het leven geroepen commissie Ledenactiviteiten centraliseerde de coördinatie en regeling van zowel ledenexcursies als –avonden, weekends en vogelreizen, wat voorheen door afzonderlijke functionarissen werd gedaan. Het weidevogelbeheer beleefde door de MKZ-crisis een vrijwel verloren jaar. Voorts kwam de coördinatie voor het samenstellen van de centrale verenigingsactivitenkalender onder één persoon te vallen.
De VWG ging met haar tijd mee …… in 2002 nam men de eigen website “www.vogelsrijnwoude.nl in gebruik, daarnaast ging ook “De Braakbal” op vele fronten (meer) digitaal. In de natuurtuin leek het verschralingsbeheer langzamerhand vruchten te gaan afwerpen. Maar niet alles verliep positief: voor het eerst in de VWG-geschiedenis ontbrak de Zwarte Stern als broedvogel in de werkregio. Gelukkig leven er wel meerdere territoriale steenuilenpaartjes in het gebied van Alphen tot Leiderdorp en gaat het de stand van roofvogels en uilen aan het Spookverlaat steeds beter. Ook een succes bleek de tweede buitenlandse vogelreis naar Oostelijk Schotland. In Rijnwoude en Leiderdorp startte het werk voor de HSL-boortunnel.; de wetenschap dat onze vereniging ten gunste van het rijksbesluit daartoe een bijdrage leverde werkte natuurlijk enorm stimulerend. Intussen inventariseerde een aantal leden op wel zes lokaties de broedvogels voor diverse instanties en vonden er 6 leden- en 4 publieksavonden plaats. Na bijna 17 jaar trouwe dienst werd de Educatiecommissie “Oude Stijl” (7 leden) getransformeerd in een op nieuwe leest geschoeide groep van 3 leden met een andere werkwijze. Niet minder dan 25 “knotdagen” werden door de commissie Landschapsbeheer genoteerd. Bij het weidevogelbeheer groeide de behoefte aan een landelijk samenhangend pakket van maatregelen dat door alle betrokken disciplines wordt opgesteld, uitgevoerd en gefinancierd. Drukwerk, vergaren en nieten van “De Braakbal” werd professioneel uitbesteed. Uit de opgemaakte interne inventarisaties bleek dat jaarlijks ± 30% van de leden op de een of andere manier (meer of wat minder) actief is.

Financieel is het de VWG eigenlijk altijd naar wens gegaan, dankzij bijvoorbeeld de alertheid van de penningmeesters en de inbreng van de “knotploeg”. Er ging in 2003 in totaal aan inkomsten en uitgaven € 29.648 om. Vergelijk dit bedrag eens met het aantal guldens in 1981 ….. Het aankomende 25-jarig verenigingsbestaan (2005) moest worden gevierd, er werd een Jubileumcommissie (ofwel: Feestcommissie) geformeerd. Voorts kwam er behalve het traditionele najaarsweekend een voorjaarsweekend (Salland). De inmiddels traditionele educatieve busexcursie begin februari naar het Deltagebied voldeed nog steeds aan de verwachtingen. Een nieuwe korte publieks- en ledencursus “Steltlopers herkennen” (2 avonden en 2 excursies) was met 43 deelnemers volgeboekt. Landschapsbeheer vestigde een record met 303 vrijwilligersdagen. Het absolute hoogtepunt diende zich in oktober aan: de officiële opening van “De Zaagbek”, het pauzeverblijf voor onze knotters en tevens onze eigen bespreekruimte met bijvoorbeeld Staatsbosbeheer. Van binnen en buiten grandioos opgeknapt, beplanting erbij en een beschikbaar gestelde standplaatsplek die niet misstaat! Negatief daarentegen was de gedurende de laatste jaren zwaar toegenomen predatie van weidevogelbroedsels in de omgeving van het Spookverlaat. Oorzaak is vooral biotoopverandering (doorgroeiende bosjes enz.) die voor o.a. kraaien rust-, schuil- en nestelkansen bieden. Tegen het einde van het jaar viel door verschillende oorzaken de redactie van “De Braakbal” uiteen, via een tijdelijke oplossing kon er spoedig een nieuw team worden gevormd.

2004: Een kwart eeuw Vogelwerkgroep Koudekerk / Hazerswoude e.o.

Tot slot het jaar 2004, het 25e VWG-levensjaar. Helaas werd de vogelhut voor de zoveelste keer door vandalen “behandeld”, gelukkig konden we in de herfst het nodige aan onderhouds- en herstelwerk uitvoeren. “De Braakbal” digitaliseerde nog meer, zowel aangaande copyverwerving als planning, verwerking, lay-out en drukwerkverzending; vanaf het maartnummer van 2005 krijgt het blad een nieuw jasje (= voorpagina). Intussen bedraagt de oplage 250 stuks. Ook de jaarlijkse publieksfolder werd inhoudelijk en qua vormgeving gemoderniseerd. De derde buitenlandse vogelreis bracht de 22 deelnemende leden heel veel vogel- en ander plezier in Noordoost-Hongarije. De Jubileumcommissie organiseerde op 22 mei een sponsorvogeltocht door het werkgebied, die 93 waargenomen soorten en meer dan €1100 opleverde. Verder werd het werk voor een speciale jubileum-editie van “De Braakbal” (begin februari 2005 uitkomend) gestart. Het weidevogelbeheer beschermde met 29 vrijwilligers bij 32 agrariërs 729 ha. Plotsklaps bleek het ooievaarsnestplatform hard aan vervanging toe. Het ledental stond 31 december op 214. In al de voorafgaande jaren is op allerlei niveaus en in veel disciplines een aanzienlijk relatiebestand opgebouwd.

De toekomst, 2005 en verder

Hoewel niemand koffiedik kan kijken mogen we er beslist van uitgaan dat onze regio er de komende 25 jaar heel anders uit zal gaan zien. Maar dat gold ook voor de periode van 1980 tot 2005. De VWG zelf veranderde wat samenstelling, organisatie en deels activiteiten betreft ook flink gedurende de achter ons liggende periode. In 2030 zal men in vergelijking met de dag van nu hoogstwaarschijnlijk eenzelfde conclusie kunnen trekken. Als onze vereniging flexibiliteit en alertheid kan blijven opbrengen zal zij normaal gesproken op allerlei fronten haar inbreng en activiteiten kunnen behouden. Daarvoor zijn onderling saamhorigheidsgevoel en stimulering, gebundeld enthousiasme en gezamenlijke liefde voor het natuurgebeuren een eerste vereiste. Hopelijk kunnen onze opvolg(st)ers bij een volgend jubileum, net als wij nu, aan veel positiefs refereren als zij de balans over het gebied tussen Alphen a/d. Rijn en Leiden op hun beurt opmaken.


©VWG Koudekerk / Hazerswoude e.o |
Naar de top van deze pagina
| De auteur van dit artikelgeeft u graag meer informatie over de VWG.