Categorieën
Archief
0 Derde ronde planteninventarisatie Kruiskade / Spookverlaat
Vrijdag 2 en zaterdag 3 september zijn we bezig geweest met de derde ronde planteninventarisatie op de Kruiskade en Spookverlaat. Omdat we in april en in juni al alles genoteerd hebben wat er aan planten, struiken en bomen voorkomen was het deze keer een makkie. Uiteraard zijn er nog wel een aantal planten bij gekomen omdat er nou eenmaal planten zijn die pas in augustus en september hun hoogte punt beleven en dan pas goed zichtbaar zijn en goed te determineren. We beginnen in het Oostelijke deel (dichts bij Alphen a.d. Rijn) en vinden daar Knikkend tandzaad in een slootje: een eenjarige kruidachtige oeverplant die vrij algemeen voorkomend is in Nederland maar voor mij is hij nieuw. Later vinden we ook het Smalle tandzaad en het Veerdelig tandzaad, alle drie staan ze nu in bloei en zijn algemeen voorkomend. Je gaat echt heel anders om je heen kijken als je zeer gericht opzoek gaat naar verschillende planten. Voor mij is deze planteninventarisatie een eerste keer en net als met vogels kijken moet je het vaak doen om al die verschillende plantjes te leren kennen en te kunnen onthouden. Ik ben een gulzige leerling op dit gebied maar als ik de waterpeper iets te lang kauw op advies van Jeannette heb ik even later wel spijt want de peper smaak op mijn tong blijft lang hangen! Het valt ons op dat er veel meeldauw op de Kruiskade voorkomt en we leren van internet dat dit met de droogte te maken heeft. Ook vinden we een aantal citroenlieveheersbeestjes (ook wel tweeëntwintigstippelig lieveheersbeestje genoemd) , deze prachtige gele lieveheersbeestjes leven van de meeldauw. Je zou dus denken dat we er heel veel zien maar dat is niet zo. Als Jeannette ze later aanmeld op waarneming.nl blijkt het ook de eerste waarneming in dit gebied te zijn en dat vinden wij dan wel weer erg leuk. Ook vinden we veel galletjes op de eiken bladeren (o.a. lens galletjes en satijn galletjes) en wat we ook heel bijzonder vinden is de uitbundige bloei van de Hop! Je zou er dorst van krijgen. Het inventariseren loopt voorspoedig dus zaterdag na de lunch gaan we al het laatste stuk doen. Langs het Oostvaartpad gaan we op goed geluk de bosjes in om varens te zoeken en met namen de geschubde mannetjes varen zouden we graag willen vinden. Het is een beetjes hobbelig en we moeten dwars door de brandnetels en de bramen maar dan staan we dan lekker in de koelte tussen de bomen. Jullie zullen het niet geloven maar we zijn precies op de goede plek de bosjes ingegaan want de eerste varen die we tegen komen is de geschubde mannetjes varen. We kunnen hem goed bekijken en zien waar zijn naam vandaan komt. Hij is nog redelijk zeldzaam in Nederland en daarom wilde we hem ook zo graag vinden. In dit verhaal geen opsomming van wat we allemaal hebben gevonden aan planten. Onze resultaten zullen op de website van de VWG terug te vinden zijn als we alle lijsten ingevuld hebben en Staatsbosbeheer op de hoogte hebben gebracht van onze bevindingen.
0 Dag 3 (10-04-2022) Eindelijk het lente gevoel.
De laatste dag van de voorjaarsbloeiers inventarisatie. Er zijn nog maar een paar perceeltjes in het westen van de Kruiskade die we nog niet gedaan hebben dus het wordt een makkie vandaag. Het is prachtig weer en vertrekken richting de Oostvaart. We lopen als eerste langs het stukje land waar heel veel dotterbloemen staan. Deze mooie geel bloeiende bloemetjes staan maar op 1 plek op de Kruiskade maar er staan er wel heel veel bij elkaar. Ze staan op de aandachtsoortenlijst van Staatsbosbeheer dus moeten we ze ook tellen. Dat is best nog wel een beetje lastig omdat we geen zin hebben om over het hek heen te klimmen; dat bewaren we voor de volgende tel ronde in juni als het allemaal wat droger is. Dus voor nu wordt het 1, 2, 3 euh een stuk of 16 pollen. We gaan dus naar de dijk van de Oostvaart want daar waaiden we donderdag nog uit onze jas en hadden het daarom overgeslagen maar nu het lekker weer is blijkt het wel het bezoeken waard te zijn. Het klein hoefblad tiert hier welig en daar worden we blij van. Dit prachtige plantje, dat we verder maar op weinig plaatsen hebben zien staan laat alle stadia van zijn bloeiwijze zien. Eerst een mooi geel bloempje, dat groeit de stengel door en laat het zijn kopje hangen en ontwikkeld het langzaam zijn zaad en als dat er eenmaal is staat de pluizenbol inmiddels weer fier recht op. De laatste bos perceeltjes, die richting het Papenpad, staan weer vol met bramen en leveren geen nieuwe soorten meer op. Wel een broedende zwaan naast het pad en dat is, net als de hond van de boerderij, nog even een uitdaging maar het gaat goed. De eerste inventarisatie ronde zit er op. We gaan nog heel even naar het terrein van de fam. Kerkvliet om de kleine brandnetel te zoeken maar kunnen hem niet vinden. Jeannette wil mij het verschil laten zien tussen de grote (die zo ruimschoots aanwezig is op de gehele Kruiskade) en de klein brandnetel. Later verteld Jan Kerkvliet dat hij hem vorig jaar nog wel had staan dus we komen in juni zeker terug om hem te zien!
0 Dag 2 (07-04-2022) Wind, heel veel wind!
Vandaag hoeven we niet te wachten tot het droog wordt als we willen beginnen met inventariseren. Alle regen is vanmorgen vroeg gevallen en wat rest is alleen de wind! We praten eerst nog wat na over de vondst van de roestplekjes op het Vreemd speenkruid. Jeannette heeft ze gisteren nog gemeld en ze bevestigd gekregen. De zwarte roest, die minder aanwezig was is duidelijk Speenkruidroest (Uromyces ficarae) en over de gele roest wordt gezegd Boterbloem-grassenroest sl, incl. Speenkruid-zuringroest (Uromyces dactylidis sl incl. rumicis). Op het stuk dat we vandaag inventariseren (west kruiskade) blijkt veel meer roest aanwezig te zijn dan op het stuk van gisteren (midden en oosten). We maken eerst het midden stuk van de Kruiskade af en ploeteren op de terugweg tegen de wind in naar de auto’s. Na alle bosperceeltjes afgelopen te hebben komen we bij het gedeelte van de vogelkijkhut uit dat nog net bij het middenstuk hoort. Hier vinden we een vrolijk bloeiend Maartsviooltje; het is de eerste maar ook de laatste die we vandaag tegen zullen komen. We kijken even naar de slobeenden, broedende scholekster, grauwe ganzen en kuifeendjes op de plas en vertrekken dan naar de bosperceeltjes bij de Oostvaart. Ook hier weer veel bramenstruiken en grote brandnetels. Ik weet inmiddels dat deze vaak groeien op land waar veel gerommeld is en de bodem stikstof- en mineraalrijk is. Dit zijn goede voedingsstoffen voor deze verstoringsplanten (alhoewel het weer geen echte verstoringsplanten zijn). Door de massale groei van de bramen krijgen de andere planten te weinig licht en zullen zich niet ontwikkelen. Wat zich in dit gedeelte wel ontwikkeld waar geen bramen staan is de roze winterpostelein (Claytonia sibirica); wat mij betreft de soort van de dag. Een schattig paars/rozig bloemetje wat in de perceeltjes links van het fietspad ruimschoots aanwezig is en op veel beschutte plaatsen al prachtig in bloei staat. Tussen de bomen lopen we ook lekker uit de wind en hebben we alle tijd om alles goed te bekijken. Ook de veldzuring komt hier al in bloei! We komen de eerste (mannetjes) varens tegen en in het natte gedeelte zien we weer Pitrus (een Rus is een plantensoort die erg op grassen lijkt) staan en leer ik waarom het zo heet. In de kern van de stengels zit een witte pit die vroeger voor olielampen gebruikt werd en er makkelijk uit te halen is. Wat is de natuur toch mooi! Nu we windkracht 6 - 7 getrotseerd hebben stoppen we lekker op tijd en gaan we zondagochtend het laatste stukje doen.
1 Dag 1 (06-04-2022) planteninventarisatie : Bukkende vrouwen!
Loopt u een dezer dagen op de Kruiskade dan kunt u zo maar twee vrouwen tegen komen die niet omhoog kijken naar de vogels maar steeds gebukt lopen. Zij mankeren niets aan hun ogen en zijn ook niets verloren maar zijn aan het planten inventariseren. Eens in de 6 jaar wil Staatsbosbeheer dat dit in ons gebiedje Kruiskade/Spookverlaat gebeurd en inmiddels was het al 7 jaar geleden dat dit voor het laatst gedaan was dus hoog tijd om er op uit te trekken. Na een oproep van Jeannette Teunissen in de coördinatoren vergadering van de VWG heb ik mij aangemeld om mee te helpen met inventariseren. Ik heb vorig jaar, tijdens de corona lockdown, en beginners cursus wilde planten herkennen gedaan en door mee te helpen met Jeanette, die IVN gids is en veel van plantjes weet, kan ik mijn kennis testen en uitbreiden. De weersomstandigheden waren niet optimaal vandaag maar een paar dagen vrij zijn ideaal om de eerste inventarisatie (voorjaarsbloeiers) te beginnen. Voordat we gaan beginnen wachten we eerst nog even in de auto tot de laatste regen voorbij is en buienradar voorlopig geen buien meer laat zien. We starten vandaag aan het begin van de Kruiskade en lopen richting Alphen. Van Staatsbosbeheer hebben we een overzicht gekregen van de indeling van het gebied dat we moeten inventariseren en wat de bijzonderheden zijn waar we op moeten letten. Al snel blijkt dat het speenkruid vandaag de hoofdrol gaat spelen. Want niet alle speenkruid is gewoon maar speenkruid; nee......natuurlijk zijn er andere soorten en blijkt het Vreemd Speenkruid hier de overhand te hebben. Een soort zonder okselknolletjes en kroonblaadjes die breder zijn dan 4 mm en elkaar overlappen. De Kruiskade staat er vol mee. Het leuke gele bloemetje die veel mensen als boterbloem bestempelen……… Later komen we speenkruid tegen waar een soort schimmel (roestschimmel) op het blad zit. Deze schimmel maakt de plant niet dood maar krijgt wel sporen aan de onderkant van het blad die zich weer kunnen verspreiden. Deze roestpuntjes zijn oranje en worden wel de Aeciën genoemd er zijn ook zwarte roestpuntjes maar die zien we nauwelijks. Het is een interessante ontwikkeling want het komt maar op een paar plaatsen voor; waarom niet op alle speenkruid? We zien veel Grote Brandnetels en Bramen en het Fluitenkruid is ook op veel plaatsen aanwezig. Ik kan voor beginnende planten liefhebbers de beginners cursus wilde planten van de Floron aan bevelen want mijn kennis is veel groter dan ik van te voren had bedacht. Het zijn niet alleen de planten waarvan mijn persoonlijke IVN gids van vandaag kennis van heeft, ik wordt ook geattendeerd op de essenbastkever (Lengte 3 mm, april-oktober. Kenmerken: Zwart met een vlekkig, onregelmatig schubbenpatroon. Voorkomen: In zieke of neergevallen takken of stammen van de es. Levenswijze: Van de paringskamer gaan twee 6 tot 10 cm lange, horizontale moedergangen in tegengestelde richting uit. De vraatgangen van de larven vertrekken loodrecht van de moedergang, maar worden maar ca. 4 cm lang) en het kaugommos (Het kauwgommos is een korstmos in de familie Caliciaceae. Hij komt vaak voor op oude, zonnige, muurtjes van kalkrijk gesteente, maar komt soms ook als epifyt voor op goedbelichte neutrale schors) en dat allemaal de Kruiskade. We hadden geen oog voor de vogels maar als ik per ongelijk een keer omhoog kijk vliegt er net een prachtige grote zilverreiger over en vertelt een toevallige voorbijganger dat hij gisteren de ijsvogel had zien vliegen; kleine vogel geluksmomentjes horen bij het wandelen op de kruiskade dus ook vandaag! Morgen weer verder; nu maar hopen dat het droog blijft.