Start » Waarnemingen » Kromme Aar | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kromme AarHet Heemgebied van de Kromme Aar is gelegen in Zegersloot-Noord te Alphen aan den Rijn. Bezoek de Kromme Aar voor het luisteren en bekijken van zangvogels. Uit het overzicht van de broedvogelinventarisaties ziet u dat het kleine gebied heel wat moois te bieden heeft. Op waarnemingen.nl wordt bijgehouden wat er allemaal in de Kromme Aar te zien is. Meer details over de ligging ziet u op de kaart overgenomen van GoogleEarth.
Excursie 2007In 2007 zijn tijdens een excursie wat foto's gemaakt. Foto's van 2007. Excursie 2004In 2004 zijn wat foto's gemaakt. Foto's van 2004 Broedvogels 2007
Op basis van de Sovon-methode BMP-A zijn in 2007 in totaal 187 broedvogelterritoria vastgesteld, verdeeld over 39 vogelsoorten. Meest vastgestelde territoria kwamen dit jaar wederom op naam van de Wilde Eend (25 territoria). De roofvogels en uilen hebben het in 2007 weer laten afweten. Van Torenvalk, Boomvalk, Buizerd, Sperwer en Ransuil zijn incidentele waarnemingen gedaan, maar te weinig om een territorium vast te kunnen stellen. De Ransuil heeft haar broedgebied verlegd vanuit het Heemgebied naar het parklandschap en de golfbaan, waar minimaal 4 paar hun jongen hebben grootgebracht. In tegenstelling tot 2006 dit jaar geen geldig territorium van de Kwak.
Wel zijn er berichten dat er dit jaar minimaal één jonge
Kwak is uitgevlogen. De soort is vanwege zijn nachtleven een moeilijk
te traceren broedvogel. De Ooievaar heeft het in 2007 wederom sterk af
laten weten. Van de vier aanwezige nesten waren er in 2007 drie bezet.
Vanwege twee aaneengesloten weken slecht weer in mei is er geen Ooievaar
in het telgebied uitgevlogen. Andere vogelsoorten die tijdens de tellingen zijn waargenomen, maar niet hebben geleid tot territoria zijn: Aalscholver, Dodaars, Kuifeend, Waterral en Watersnip. Broedvogels 2005Tien jaar op een wetenschappelijke manier vogels tellen in het Heemgebied van de Kromme Aar op basis van de Sovon-methode BMP-A levert een aardig beeld van de vogelstand in dit gebied op en de verschuivingen die daarin plaatsvinden. In 2005 werden weer ruim 200 broedvogelterritoria vastgesteld, verdeeld over 34 vogelsoorten. 2005 Leverde dit keer geen nieuwe broedvogelsoorten op, ook al zijn er tijdens de tellingen wel nieuwe soorten waargenomen, maar onvoldoende om een geldig territorium vastgesteld te krijgen. Het gaat onder meer om de Kwak, de Brandgans, de Knobbelzwaan, de Smient en de Mandarijneend. De meest vastgestelde territoria kwamen dit jaar op naam van de Wilde Eend (22), op de voet gevolgd door Winterkoning (20) en Kleine Karekiet (19 territoria). De roofvogels hebben het net als in 2004 weer laten afweten. Van Torenvalk, Boomvalk, Buizerd en Sperwer zijn incidentele waarnemingen gedaan, maar te weinig om een territorium vast te kunnen stellen. De Ransuil is tijdens de bezoekrondes weer gehoord hetgeen tot een territorium heeft geleid. De Bosuil heeft net buiten het onderzoeksgebied gebroed. Terugkijkend op de afgelopen tien jaar tellen, kan gesteld worden dat sommige soorten het goed doen en andere minder. Vanwege de aanwezigheid van steeds hogere bomen en meer dood hout gaat het de holenbroeders voor de wind. Groene Specht en Grote Bonte Specht worden steeds meer gezien in het gebied. Het aantal ooievaarnesten is door de bouw van een aantal nesten in bomen gestegen van twee (paalnesten) naar vijf. Het aantal zangvogels is vrij stabiel gebleven. De aanwezigheid van de Blauwborst is echter beperkt gebleven tot de jaren 1997 en 1998. Zowel de Huismus als de Ringmus hebben in de loop der jaren niet meer in het gebied gebroed. Broedvogel 2004
Na tien inventarisatierondes, waarvan één nachtbezoek door
het Heemgebied van de Kromme Aar, hebben we op basis van de Sovon-methode
BMP-A in 2004 209 broedvogelterritoria vastgesteld, verdeeld over 37 vogelsoorten.
Meest vastgestelde territoria kwamen dit jaar weer op naam van de Kleine
Karekiet (19 territoria). Ook andere rietvogels, zoals de Rietzanger (1
territorium), Bosrietzanger (6 territoria) en Rietgors (3 territoria)
hebben hun nestgelegenheid gevonden in de rietvelden langs de Kromme Aar. Broedvogel 2003Na negen inventarisatierondes door het onderzoeksgebied, waarvan twee nachtbezoeken, hebben we voldoende gegevens voor de SOVON-broedvogelinventarisatie (BMP-A methode). Opvallend dit jaar was de vaststelling van een territorium van de blauwe reiger, een kolonievogel. Dit paartje reigers dat met succes heeft gebroed (2 jongen uitgevlogen) heeft zich genesteld tussen de 'wilde' ooievaarsnesten in het gebied, waarvan inmiddels 6 territoria zijn vastgesteld. Vanwege de slechte weersomstandigheden in mei is er echter geen enkele jonge uiver uitgevlogen. Nieuwe broedvogelterritoria zijn tevens vastgesteld van de nijlgans, de krakeend en de buizerd. De buizerd is thans in Zegersloot-Noord een echte jaarvogel geworden. Ook de ransuil heeft weer met succes gebroed in het Heemgebied. Twee gemaskerde takkelingen waren gemakkelijk op te sporen door hun klaagzang om voedsel tijdens de nachtelijke uren. Ook de spechten zitten in een opwaartse spiraal: drie paar grote bonte en twee paar groene spechten zijn vastgesteld. Ook andere holenbroeders zoals de boomkruiper en de koolmees deden het in 2003 goed. Eén boomkruiper kwam tot broeden in het overstek van gemaal De Kromme Aar. De blauwborst is al vijf jaren niet meer tot broeden gekomen. Zijn plaats lijkt te worden ingenomen door de roodborst, welke ook dit jaar weer present was als broedvogel. De kleine karekiet - met 17 territoria - blijft een van de meest voorkomende broedvogels van het moerasgebied. Met spanning kijken wij uit naar 2004, ons negende teljaar. Mogelijk stellen we dan de 50e broedvogelsoort vast. De bosuil maakt hiervoor een goede kans, want die horen we de laatste maanden veelvuldig roepen in het gebied! Broedvogel 2002
Ook in 2002 is weer een inventarisatie verricht van de broedvogelterritoria in het Hemgebied van de Kromme Aar in Zegesloot-Noord te Alphen aan den Rijn. De tellingen hebben plaatsgevonden volgens de SOVON-methode 'Broedvogel Monitoring Project Alle soorten' (BMP-A). Er zijn negen tellingen verricht, waarvan één nachtbezoek. Het nachtbezoek leverde een roepende ransuil en een zingende sprinkhaanzanger op. Omdat deze soorten tijdens de andere tellingen in het geheel niet zijn gezien of gehoord, leverden deze waarnemingen helaas geen geldige territoria op. Het was dit jaar voor het zevende jaar dat wij de broedvogels in het Heemgebied inventariseerden. Inmiddels hebben wij 45 soorten broedvogels vastgesteld. In 2002 broedden er daar 33 soorten van. Soorten als torenvalk, sperwer, blauwborst en rietzanger lieten het in 2002 afweten. Andere soorten deden het goed. De ooievaars hebben nu naast de twee bestaande paalnesten zelf vier boomnesten gebouw, waarvan er in 2002 drie bezet zijn geweest. Van de in totaal vijf vastgestelde territoria hebben slechts twee paar daadwerkelijk jongen gekregen en zijn er in totaal drie jongen uitgevlogen. Vanwege het vele dode hout langs de Kromme Aar blijft het aantal holenbroeders toenemen, zoals de groene en grote bonte specht, de kool- en pimpelmees. Wij waren ook blij dat de koekoek deze hele zomer weer in het Heemgebied te horen was. Broedvogel 2001
De territoria zijn vastgesteld volgens de door het SOVON Vogelonderzoek
Nederland gehanteerde methode Broedvogel Monitoring Project (BW)-A (alle
soorten). De ransuilen hebben hun broedplaats in het Heemgebied reeds twee jaar
verlegd naar het noordelijker gelegen deel van Zegersloot-Noord, de Griendbaan
(niet toegankelijk golifterrein). Ook de koekoek is minder frequent aanwezig
dan vorige jaren. De rietvogels doen het ook minder goed: blauwborst is
afwezig en rietzanger en rietgors lopen sterk terug. De kleine karekiet
- met 27 territoria - lijkt het steeds beter te gaan doen en was in 2001
de meest voorkomende broedvogel van het gebied. |