Start » Waarnemingen » Wijde Aa | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wijde AaDe Wijde Aa, tussen Hoogmade en Woubrugge. Dit telgebied beslaat 77 hectare en bestaat grotendeels uit open water. Langs de zuidelijke oever loopt een fietspad. Vanaf het fietspad is zowel de plas goed te overzien als de zuidelijker gelegen weilanden. De belangrijkste vogelsoorten langs de Wijde Aa zijn de watervogels en de zangvogels. De recentste waarnemingen staan op waarneming.nl. Een kleine fotorapportage uit 2007 geeft u een indruk van de oever langs de Wijde Aa. Een kaart met de ligging van de Wijde Aa kunt u in detail bekijken via GoogleEarth. Voor de Wijde Aa is een telreeks beschikbaar vanaf winter 1994-95 tot 2000-01. De eerste twee winters zijn geteld door, de daar op volgende dooren. De tellers hebben de Wijde Aa geteld vanaf de zuidoever, tussen Hoogmade en Woubrugge. Vrijwel de gehele Wijde Aa is hiervandaan goed te overzien. De tellers maakten daarij gebruik van verrekijker en telescoop. Hierdoor konden ook watervogels die op grotere afstand zwemmen goed gedetermineerd en geteld worden. Bij wintervogeltellingen worden overingens alleen de vogels in het gebeid geteld, en blijven overvliegende vogels buiten beschouwing. Bijzondere veldwaarnemingen 1994-2002
Buiten de teldata worden er door leden van de Vogelwerkgroep ook losse waarnemingen gedaan. Voor dit artikel is een zoekactie in uitgevoerd in de Braakbal jaargangen 1994-2001. Daarbij zijn onderstaande interessante waarnemingen aangetroffen. Gezien de woonplaats van de waarnemers kan ervan uitgegaan worden dat alle waarnemingen gedaan zijn langs of vanaf de zuidoever. Wintervogels op de Wijde Aa 1994-2002Eén van de gebieden die tijdens de wintervogeltellingen wordt geteld
is de Wijde Aa, tussen Hoogmade en Woubrugge. Dit telgebied beslaat 77
hectare en bestaat grotendeels uit open water. Voor de Wijde Aa is een
telreeks beschikbaar vanaf winter 1994-95 tot en met 2001-02. De eerste
twee winters is er geteld door, de daarop volgende winters
dooren. De tellers hebben de Wijde Aa geteld
vanaf de zuidoever. Vrijwel de gehele Wijde Aa is hiervandaan goed te
overzien. De tellers maakten daarbij gebruik van verrekijker en telescoop.
Hierdoor konden ook watervogels die op grotere afstand zwemmen goed gedetermineerd
en geteld worden. Bij de wintervogeltellingen worden overigens alleen
de vogels in het gebied geteld, en blijven overvliegende vogels buiten
beschouwing. Resultaten wintervogeltellingen In dit artikel zijn opgenomen de uitkomsten van 8 winters vogels tellen.
Daarbij zijn de gepresenteerde gegevens beperkt tot de watervogels en
de roofvogels, soortgroepen waar de wintervogeltellingen zich met name
richten. Dat er ook veel andere soorten langs de Wijde Aa voorkomen moge
blijken uit de in totaal 75 tijdens deze tellingen waargenomen vogelsoorten.
Hieronder bevinden zich bijzondere waarnemingen als roodkeelduiker, kleine
zwaan, toendrarietgans, brandgans, pijlstaart, topper, waterral, kemphaan,
ransuil, grote lijster en kleine karekiet (zingend in oktober!).
Om een beeld te krijgen van de betekenis van de Wijde Aa voor watervogels is voor elke soort in elk seizoen het seizoensmaximum bepaald. Vervolgens is per soort het gemiddelde seizoensmaximum uitgerekend. Dit gemiddelde seizoensmaximum is een gebruikelijke maat om het gebruik dat vogels maken van een bepaald gebied uit te drukken. De krenten uit de pap zijn in onderstaande tabel samengevat. Het betreft de soorten met een gemiddeld seizoensmaximum hoger dan 10. Daarbij zijn tevens de maximaal tijdens één telling aangetroffen aantallen vogels vermeld. Het gebruik van "maximale" aantallen klinkt maximaal, maar bedacht moet worden dat slechts 6 dagdelen per jaar is geteld, waardoor de kans dat het échte maximale vogelbezoek is waargenomen buitengewoon klein is. Opvallend is dat er ook drie soorten steltlopers meedoen in deze "top-11". Deze aantallen zijn vrijwel allemaal in maart geteld en het betreft groepen rustende vogels, die zich meestal op de noordoever verzamelen. En nu de broedvogels?Conclusie mag zijn dat de Wijde Aa goed door de vogels gebruikt wordt, zonder dat dit overigens tot zeer spectaculaire aantallen leidt. Bij invallende vorst of bij wakken is het een toevluchtsoord voor watervogels. De noordoever wordt in het voorjaar door grote groepen steltlopers gebruikt als rust en verzamelplaats. De rest van het jaar zitten er relatief lage aantallen vogels. Dankzij de inspanningen van de wintervogeltellers valt een overzicht als dit relatief snel op te stellen. Over de broedvogelbevolking van de weelderig begroeide zuidoever is echter weinig bekend. We weten dat er ransuil en grauwe vliegenvanger broedt nabij Ofwegen, we horen de rietzangers en kleine karekieten in het riet en we vermoeden dat er wel territoria van de waterral zullen zitten. Maar hoe het precies zit? Wie er zin in heeft zich te bekwamen in het inventariseren van broedvogels vindt hier een uitgelezen telgebied. Overzichtelijk, veel leuke soorten en dat in een mooi autovrij landschap. Meer?Wie belangstelling heeft kan contact opnemen met! Het rapport "Wintervogels op de Wijde Aa 1994-2001" is te bestellen voor €4 via ons secretariaat. |