0 Watervogeltellingen VWG - 2024-02
- Watervogeltellingen - VWG
- door Ton Renniers
- 11-03-2024
Wat is het verschil tussen een kokmeeuw en stormmeeuw?
Opvallende waarnemingen!
- Grauwe gans: 2002. 514 in de Munnikenpolder en 393 in de Wilck.
- Kolgans: 3301. De meeste t.w. 2159 in de Wilck en 650 in polder Groenendijk.
- Toendrarietgans: 320 stuks in de Gnephoek. De tellers geven aan niet te weten of een gemengde groep is van taiga en toendra, maar aangezien de taiga een vrij zeldzame verschijning is in ons land (maximaal een paar tot enkele tientallen overwinteraars voornamelijk in het uiterste oosten van ons land) ben ik zo vrij geweest er toendra van te maken.
- Kleine rietgans: 1 exemplaar dat kennelijk door ons telgebied zwerft. Dit keer aanwezig in de Munnikenpolder.
- Smient: 7078, waarvan 3413 in De Wilck en 550 in de Westbroekpolder.
- Krakeend: 457, waarvan 82 in de Oostbroekpolder en 67 in de Gemenewegse polder.
- Wintertaling: 104, waarvan 50 in de Wilck en 48 in de Riethoornse polder.
- Soepeend: 80), maar liefst 18 in de Lagenwaard en 14 in de Hondsdijk.
Het aantal soepeenden in ons telgebied lijkt aan een opmars bezig. Een korte check liet zien dat t.o.v. 2014 de aantallen bijna zijn verdubbeld. Dit in tegenstelling tot de landelijke trend waar na 2010 een duidelijk dalende trend is ingezet die de laatste 4 jaar tot 2017 lijkt te stabiliseren. Het zwaartepunt van de soepeendenverspreiding ligt in laag Nederland d.w.z. Zuid-Holland, Noord-Holland en Friesland, de bekende veenweide gebieden. - Dodaars 2 stuks op de Zegerplas evenals 15 futen.
- Kievit: van de in totaal 2363 zaten er 1853 in de Wilck.
- Scholekster: totaal 285. Hiervan 80 in de Munnikenpolder, 70 in de Wilck en 52 in de Geer en Buurtpolder.
- Grutto: 19 in de Munnikenpolder en 1 in de Wilck
- IJslandse grutto: 2 in de Munnikenpolder.
- Wulp (90): 59 in de Westbroekpolder.
- Watersnip: 1 x in de Wilck en 1 x in de Westbroekpolder.
- 1 koereiger liep nog steeds rond in polder Achthoven.
- Stormmeeuw: van de in totaal 7982 zaten er maar liefst 4000 in de Hondsdijkse polder. Is er mest uitgereden/geïnjecteerd?
En verder:
- 1 sperwer in de Doespolder
- 2 slechtvalken in de Wilck
- 1 velduil in polder Groenendijk
- 16 fazanten in polder Achthoven
- 1 groene specht bij de Zegerplas
- 30 houtduiven in zowel de Doespolder als de Lagenwaard
- 10 holenduiven in de Droogmakerij
- 60 Turkse tortels (127) in de Doespolder
- Koperwiek: 2 in de Grote Polder en 1 in de Barrepolder
- 2 veldleeuweriken in de Wilck
- 7 boomleeuweriken in de Grote Polder
- 2 tjiftjaf eveneens in de Grote Polder
- 1 grote gele kwikstaart ook in de Grote Polder
- 14 graspiepers (24) in de Hondsdijkse polder
- 4 Cettis’zangers waarvan 2 bij de Wijde Aa, 1 in de Barrepolder en 1 in de
Munnikenpolder. - 1 ijsvogel in polder Achthoven en 1 in de Vlietpolder.
- 21 ringmussen waarvan 7 in de Hondsdijk, 6 in zowel de Lagenwaard als de Grote
polder en 2 in de Barrepolder.
Kokmeeuw en Stormmeeuw
Naast soorten als kolgans, smient, meerkoet en spreeuw zijn de meeuwen de meest talrijke groep tijdens onze wintertellingen. De aantallen variëren echter wel sterk per keer, zeker wanneer dat per telgebied wordt bekeken. Van enkele 10-tallen tot regelmatig ca.1000 stuks of zelfs meer. Het is daarbij opvallend dat doorgaans de stormmeeuw veel sterker is vertegenwoordigd als de kokmeeuw. Gebaseerd op de totaaltelling (= tellingen in ons hele gebied van oktober t/m maart gesommeerd) van beide soorten, scoort de stormmeeuw 2,25 x hoger dan de kokmeeuw. Gemiddeld over een periode van de laatste 10 jaar betekent dat 18.850 getelde stormmeeuwen vs 8330 getelde kokmeeuwen. Het gemiddelde aantal van deze laatste soort wordt echter sterk positief beïnvloed door de 2 afwijkende jaren (seizoen 16/17 en 22/23) met veel hogere aantallen in maart 2017 en februari 2023. Zonder deze uitbijters zou het gemiddeld aantal kokmeeuwen beduidend lager uitkomen. Het beeld bij de stormmeeuw is regelmatiger. Landelijk gezien zijn beide soorten in de winterperiode vergelijkbaar in aantallen (Sovon).