0 Watervogeltellingen - 2024-12
- Watervogeltellingen - VWG
- door Ton Renniers
- 12-01-2025
Komt de de kleine zilverreiger wel of niet naar de Rijnstreek?
Tijdens de watervogel/wintertellingen verblijven ook in ons telgebied regelmatig (soms ook niet) een of enkele exemplaren. Hoe verhoud zich dat tot de Nederlandse aantallen?
Opvallende waarnemingen:
- Grauwe gans (3734): hiervan 1340 in de Riethoornse polder en 748 in de Oostbroekpolder.
- Kolgans (3218): de meeste in de Oostbroekpolder t.w. 2199 stuks.
- Indische gans 1 x in de Vlietpolder.
- Kleine zwaan: de eerste van dit telseizoen. 6 stuks in de Hondsdijkse polder.
- Knobbelzwaan (740): 165 exemplaren in de Riethoornse polder.
- Nijlgans (364): met 125 vogels in de Doespolder..
- Meerkoet (2782): de meeste in de Wesbroekpolder, De Wilck en polder Achthoven met respectievelijk 414, 408 en 376 vogels.
- Waterhoen (285): hiervan 79 in de Riethoornsepolder
- Wilde eend (989): in de HW Droogmakerij 154 exemplaren.
- Krakeend (394): hiervan 110 in de Riethoornse polder.
- Smient (9144): de grootste aantallen (ca. 80%) in De Wilck t.w. 7275 stuks.
- Dodaars: 3 in de Zegerplas en 1 in de Lagenwaard.
- Grote zilverreiger (78): waarvan 10 in de Riethoornse polder.
- Kleine zilverreiger: 1 in De Wilck
- Koereiger (22): 20 x in de Geer en Buurtpolder en 2 x in de Boterpolder.
- Goudplevier: allemaal in de Wilck t.w. 3155 exemplaren.
- Kievit (3228): hiervan 701 in de Gnephoek en 2056 in De Wilck
- Watersnip: 3 vogels in De Wilck en 2 in de HW Droogmakerij
- Wulp (404): 219 exemplaren in de Vlietpolder en 57 in de HW Droogmakerij.
- Zilvermeeuw (178): waarvan 71 in de Westbroekpolder.
En verder:
- Blauwe kiekendief,1 in De Wilck en 1 in de Groenendijkse polder.
- Slechtvalk (3) waarvan 1 in De Wilck, 1 in de HW Droogmakerij en 1 in de Grote polder.
- Sperwer: 1 in de Vlietpolder en 1 in de Barrepolder
- Fazant (29): hiervan 21 in polder Achthoven
- IJsvogel: 1 in polder Achthoven.
- Grote gele kwikstaart: 1 in polder Achthoven en 1 in de HW Droogmakerij
- Rietgors:1x in Grote polder
- Cetti’szanger: 1 vogel in de Munnikkenpolder.
- Houtduif (156): 50 stuks in de Boterpolder.
- Holenduif (64): 36 exemplaren in de HW Droogmakerij.
- Turkse tortel (115): 40 in de Doespolder en 35 in de Groenedijkse polder
- Groene specht 1 x in de Munnikkenpolder.
- Roodporsttapuit: 1 x in De Wilck
- Vink (51): hiervan 35 exemplaren in polder Achthoven.
- Putter (26): 20 stuks in de Doespolder.
- Keep: 1 x in polder Achthoven.
- Kramsvogel: 2 in polder Achthoven en 1 in De Wilck.
De kleine zilverreiger
Voor pakweg 1980 was de kleine zilverreiger nog een dwaalgast in ons land. Daarna werd het een incidentele (1979) broedvogel maar na 1995 is deze soort in aantal toenemende broedvogel geworden in ons land met een piek van 175 broedparen in 2008. Daarna zijn de aantallen weer gedaald en al een aantal jaren redelijk stabiel. In 2024 waren er 115 broedparen. De grootste broedkolonies liggen op de Sassenplaat in de Hoeksche Waard met 42 broedparen en het Sloegebied in Zeeland met 23 broedparen in 2023.
In het winterhalfjaar (2016-2021) verbleven er gemideld 465 (deels doortrek) vogels in ons land. Kleine zilvereigers zijn erg kou gevoelig en het aantal wintervogels hangt sterk samen met wel of geen vorstperiode. Bij strenge vorst overlijden veel vogels. Het zwaartepunt van verspreiding buiten het broedseizoen ligt in de Zeeuwse Delta en in (veel) mindere mate op de Wadden (zie onderstaand kaartje). De grootste aantallen worden waargenomen van augustus t/m oktober.
Tijdens de watervogel/wintertellingen verblijven ook in ons telgebied regelmatig (soms ook niet) een of enkele exemplaren. In onderstaand grafiekje zijn de totalen van de tellingen(oktober-maart) van de laatste 10 jaar in ons hele telgebied weergegeven (zonder aantallen 2024/2025)