Terug

0 Koolmees: Strenge directeur

In zijn algemeenheid ben ik dol op meesjes. Het zijn mooie, schattig ogende vogeltjes en ik word er altijd vrolijk van. Ik schreef al eerder over de staartmees die ik het liefst als knuffel mee naar huis zou nemen, in dit blog ga ik het hebben over de koolmees. Ik vind dat vogeltje een stuk minder schattig. Door zijn stropdas, en het feit dat hij wat groter is dan de andere mezen, oogt hij streng en bazig. Soms ziet hij eruit als een bullebak al denk ik dat ik hem daarmee echt te kort doe. Overigens ben ik de koolmees wel ergens dankbaar voor: de koolmees is de eerste soort in het Bentwoud die ik aan zijn geluidje kan herkennen. Jammer genoeg is het dan wel de waarschuwingsroep waarmee een bijdehandje van een koolmees aan alle andere koolmezen en eventuele andere mezensoorten laat weten dat ik eraan kom waardoor de kans dat ik ze nog zie aanmerkelijk afneemt. Ik hoor ze dan ook vaker dan ik ze zie, die koolmezen. De keren dat ik net wel even een glimp van ze heb opgevangen, zijn op een hand te tellen.

Mooi vogeltje

Koolmezen zijn eigenlijk hele mooie vogeltjes. We staan er niet zo bij stil omdat we hem overal in Nederland makkelijk kunnen zien, maar hij heeft een beetje een tropische uitstraling. Zijn gele lijfje, dat naar zijn kop toe zelfs een beetje groen kleurt met het duidelijk afstekende zwart van zijn kop en stropdasje is prachtig. Tel daar zijn witte wang nog even bij op en je hebt eigenlijk iets heel moois in de kijker. Maar zoals dat vaak gaat met iets dat je vaak ziet, valt dat op den duur niet meer zo op. Dat is het lot van de arme koolmees, die zoveel voorkomt dat ik, en met mij vele anderen, niet echt meer aandacht aan hem besteed. Zorgen maken we ons ook al niet om hem, want het gaat eigenlijk best goed met dit vogeltje. Hij houdt van oude bossen en ja, de Nederlandse bossen worden steeds ouder. Ook natuurlijk het Bentwoud waarin hij nu ook zijn thuis gevonden heeft. Toch is het handig die koolmees een beetje in de gaten te houden.

Reizen in groepen

 Een koolmees is zelden alleen. Hij lijkt een beetje een allemans vriendje en in zijn kielzog trekken veel andere mezensoorten door het bos. Handig als je echt iets aparts wil zien. Het is mij vaak genoeg overkomen dat ik in een huisje op de Veluwe, loerend naar de voedertafel die ik daar had gemaakt, tussen al die koolmezen en pimpelmezen, het vaste trekmaatje van de koolmees, opeens een zwarte mees, glanskop of matkop op de tafel zag. Niet dat ik direct zie welke van de drie, daarvoor lijken ze te veel op elkaar. Deze drie soorten heb ik  overigens zelf nog niet in het Bentwoud gezien, wat niet wil zeggen dat ze er niet zijn. Heeft u deze mezen al zien vliegen? Kern van het verhaal: daar waar koolmezen zijn, zijn andere mezen. Ik zou me als kleine mezensoort ook op mijn gemak voelen als ik onder bescherming vloog van een forse soortgenoot die eruitziet alsof hij weet waarmee hij bezig is met zijn stropdas en wat strenge blik. Als ze in vogelland multinationals hadden dan zouden daar vast de koolmezen de leiding hebben. Ook als ze samen met een kleinere mees aan een vetbol hangen, laten ze altijd even zien dat zij toch echt de baas zijn. Ze maken zich nog groter dan ze zijn en werpen dat kleine opdondertje van een voedselpikker een dreigende blik toe. De meeste mezen verlaten het desbetreffende vetbolletje spoorslags. Ja, die koolmees weet waarmee hij bezig is. Misschien dat hij zich daarom zo goed weet te handhaven.