Wat doen we op de Kruiskade?

Door de Kruiskade actief te beheren probeert de VWG de plantenvariatie zo groot mogelijk maken en zo aantrekkelijk als kan voor de vogels.

Wat is de Kruiskade?

De Kruiskade, de ruigte achter het water "Spookverlaat", is van oudsher een kerngebied van onze VWG. Niet alleen vanwege de vogels, maar ook omdat de knotgroep van onze vereniging nu al zo’n dertig jaar natuurbeheerwerkzaamheden in het gebied uitvoert. Dat gebeurt niet alleen ten behoeve van de vogels, maar ook van de natuur in het algemeen. Omdat de commissie Landschapsbeheer graag wilde weten welke botanische waarden er in het gebied voorkomen, hebben wij experts van het IVN gevraagd om de Kruiskade te inventariseren. Het zijn twee actieve IVN- leden van de Natuurtuin en hebben ervaring met inventariseren, omdat ze al enkele jaren de natuurtuin in Koudekerk aan den Rijn hebben geïnventariseerd. Hieronder hun bevindingen.

Winter 2021

Tijd voor korstmossen! De groene planten zijn in rust; de bomen zijn kaal, en daardoor zijn de stammen en takken van bomen en struiken nu goed zichtbaar met alle mossen en korstmossen die er op groeien. En korstmossen gaan niet in winterrust. Het is dus nu een perfecte tijd om te gaan kijken.

Korstmossen maken gele, witte en grijze (en anders gekleurde) plekken op de boomstammen; ook op stenen. De bomen op de Kruiskade zijn er overdadig mee begroeid. Korstmossen zijn schimmels met eencellige algen erin (plus ook wel gisten en cyanobacteriën). De algen zorgen voor de voedingsstoffen van deze samenlevingsvorm, de schimmel draagt met water en mineralen er aan bij, en bepaalt de vorm. Korstmossen hebben geen wortels.

Gewoon purperschaaltje en Witte schotelkorst

Leven zonder wortels

Korstmossen hebben geen wortels, ze plakken zich op hun ondergrond stevig vast met draden pal tegen die ondergrond aan, en in sommige soorten steen ook wel een eindje er in. Leven zonder wortels betekent: leven van wat er in de lucht en in stof en water langs komt. En zoals je aan planten kunt zien of je op vette klei staat of op voedselarm zand, zo kun je aan korstmossen zien welke stoffen er in de lucht zitten.

De invloed van ammoniak

De veeteelt in ons gebied geeft ammoniak af in de lucht. We zien dan ook geen korstmossen die daar niet tegen kunnen. Maar wél zien we een overvloed aan korstmossen die het door de ammoniakuitstoot (stikstof) juist uitstekend doen.

De Kruiskade

De foto’s laten vijf algemene soorten zien die op de Kruiskade voorkomen:

  • Gewoon purperschaaltje (Lecidella elaeochroma) met zijn trouwe metgezel
  • Witte schotelkorst (Lecanora chlarotera);
  • Amoebekorst (Arthonia radiata);
  • Gewoon purperschaaltje.
Amoebekorst

Effecten opwarming

De opwarming van het klimaat is ook in de korstmoswereld zichtbaar: de zuidelijke soorten worden talrijker: soorten als Dun schaduwmos (Hyperphyscia adglutinata) en Vals dooiermos (Candelaria concolor) zijn zelfs al algemeen. Op de foto zit het groene Dun schaduwmos in het midden, en de gele toefjes zijn Vals dooiermos.


Wat zie je het allermeeste?

De meest algemene soort in ons gebied is Gewoon purperschaaltje.

Dat is een vrij dunne witte korst met kleine zwarte rondjes. In die rondjes maakt de schimmel sporen, zoals ook paddenstoelen (= vruchtlichamen van andere schimmels) sporen maken. De sporen gaan mee met de wind, of aan vogelpootjes, en kunnen dan samen met eencellige algen weer nieuwe vestigingsplaatsen maken.

 

Korstmossen op vruchtbomen

Lekker laten zitten!

Als je ze wegschrobt, beschadig je gemakkelijk de schors van je boom en dan kunnen daar schimmels zich vestigen die schadelijk voor de vruchtboom zijn, terwijl korstmossen niet schadelijk zijn voor vruchtbomen en andere bomen. Ze zitten er immers niet in, maar alleen maar er op.
Geniet van de korstmossen, en laat je verwonderen door wat je met je loep ziet.

 
Een tak van de Haagbeuk met in elke bladoksel een knop voor 2023 (een bladoksel zit bij de plek waar de steel van een blad aan de tak vast zit, welk blad in de herfst afvalt).

Inventarisatie vaatplanten - Juni 2022

Na de voorjaarsronde is nu ook de juni-inventarisatie gedaan van vaatplanten op de Kruiskade en het Spookverlaat. Nu de septemberronde nog. Vervolgens zullen we verslag doen van de resultaten, en die vergelijken met de inventarisatie van zes jaar geleden.

Twee dingen om te gaan bekijken

  • Op plaatsen waar veel Essen verwijderd zijn, komt er nu veel meer licht op de grond. Daardoor kan er weer een kruidlaag ontstaan. Op ‘t moment is dat het beste te zien op het perceel dat het dichtst bij Spookverlaat nr. 5 ligt, langs de weg, dus waar het eerste bosperceel is aan de Alphense kant van de ‘vogelplas’. Mensen kunnen er met plezier rondkijken, insecten vinden er eten en huisvesting, verschillende soorten luizen en mieren kunnen er zich vestigen, veel vogels eten graag larven, om maar een paar aspecten te noemen.
    Dus die ook bij het kappen van Essen vanwege de essentakziekte: ‘elk nadeel heb se voordeel’.
Een tak van de Hazelaar met hazelnoten in ontwikkeling en waar tegelijk de mannelijke katjes al klaar hangen (lichtgroene ‘sliertjes’) voor 2023
Een tak van de Zwarte els, met de bruine elzenpropjes van 2021, samen met de groene elzenpropjes van 2022.
  • Bomen en struiken hebben de afgelopen maanden een enorme klus geklaard!: lenteknoppen geopend, gebloeid, vruchten en zaden ontwikkeld, en daarbij ook nog eens alvast bladknoppen en bloemknoppen gemaakt voor de lente van 2023, compact en goed ingepakt in stevige schubjes om heelhuids de herfst en winter door te komen. Het resultaat van dat immense karwei is nu goed te zien; zelfs eind juli al, toen ik de foto’s voor deze rubriek maakte.

EEN WERELD VAN WONDEREN!

De groene elzenpropjes van 2022 waarbij de mannelijke elzenkatjes al klaar hangen voor 2023, en lenteknoppen voor 2023 in de bladoksels

Inventarisatie September 2022

Vrijdag 2 en zaterdag 3 september 2022 zijn we bezig geweest met de derde ronde planteninventarisatie op de Kruiskade en Spookverlaat. Omdat we in april en in juni 2022 al alles genoteerd hebben wat er aan planten, struiken en bomen voorkomen was het deze keer een makkie. Uiteraard zijn er nog wel een aantal planten bij gekomen omdat er nou eenmaal planten zijn die pas in augustus en september hun hoogte punt beleven en dan pas goed zichtbaar zijn en goed te determineren.

Het Oostelijke deel van de Kruiskade

We beginnen in het Oostelijke deel (dichts bij Alphen a.d. Rijn) en vinden daar Knikkend tandzaad in een slootje: een eenjarige kruidachtige oeverplant die vrij algemeen voorkomend is in Nederland maar voor mij is hij nieuw. Later vinden we ook het Smalle tandzaad en het Veerdelig tandzaad, alle drie staan ze nu in bloei en zijn algemeen voorkomend. Je gaat echt heel anders om je heen kijken als je zeer gericht opzoek gaat naar verschillende planten. Voor mij is deze planteninventarisatie een eerste keer en net als met vogels kijken moet je het vaak doen om al die verschillende plantjes te leren kennen en te kunnen onthouden. Ik ben een gulzige leerling op dit gebied maar als ik de waterpeper iets te lang kauw op advies van heb ik even later wel spijt want de peper smaak op mijn tong blijft lang hangen! Het valt ons op dat er veel meeldauw op de Kruiskade voorkomt en we leren van internet dat dit met de droogte te maken heeft.

Ook vinden we een aantal citroenlieveheersbeestjes (ook wel tweeëntwintigstippelig lieveheersbeestje genoemd) , deze prachtige gele lieveheersbeestjes leven van de meeldauw. Je zou dus denken dat we er heel veel zien maar dat is niet zo. Als ze later aanmeld op waarneming.nl blijkt het ook de eerste waarneming in dit gebied te zijn en dat vinden wij dan wel weer erg leuk. Ook vinden we veel galletjes op de eiken bladeren (o.a. lens galletjes en satijn galletjes) en wat we ook heel bijzonder vinden is de uitbundige bloei van de Hop! Je zou er dorst van krijgen.

Langs het Oostvaartpad

Het inventariseren loopt voorspoedig dus zaterdag na de lunch gaan we al het laatste stuk doen. Langs het Oostvaartpad gaan we op goed geluk de bosjes in om varens te zoeken en met namen de geschubde mannetjes varen zouden we graag willen vinden. Het is een beetjes hobbelig en we moeten dwars door de brandnetels en de bramen maar dan staan we dan lekker in de koelte tussen de bomen. Jullie zullen het niet geloven maar we zijn precies op de goede plek de bosjes ingegaan want de eerste varen die we tegen komen is de geschubde mannetjes varen. We kunnen hem goed bekijken en zien waar zijn naam vandaan komt. Hij is nog redelijk zeldzaam in Nederland en daarom wilde we hem ook zo graag vinden.

 

Judasoor

Judasoor is een schelpvormige paddenstoel die op een oor lijkt. Hij is nu veel te zien, vaak op Vlier, en is feitelijk het jaar rond wel ergens te vinden. Dat ‘oor’ is 2 tot 4 cm groot, soms groter. De kleur is meestal donkerder dan op de bijgaande foto. Die Judasoren die je aan Vlierstruiken en andere bomen ziet, zijn de vruchtlichamen van een zwam/paddenstoel, een schimmel dus, die binnenin de takken/stam zit. De holle kant van het oor is niet voorzien van plaatjes of buisjes, maar heeft een vlies dat de sporen maakt. Deze zwam komt veel voor op vlierstruiken die niet meer vitaal zijn, en ook op andere loofbomen en liggende dode boomstammen.

Mijn Thaise schoonzus nam enthousiast een paar exemplaren mee naar huis: voor in de soep! Hoe? Je snijdt zo’n oor met een superdun scherp mes in flinterdunne reepjes, en doet die in je soep. Kan in elke soort soep, want Judasoor heeft op zich geen bepaalde smaak. Doorwarmen is voldoende. Het plezier zit hem niet in de smaak van die dunne reepjes, maar in het kauwen erop, het ‘mondgevoel’.

Een paar Judasoren meenemen kan geen kwaad: Deze zwam is heel algemeen. Wel is het beter om de tak of boomstam niet te beschadigen, want daar zit de schimmel in die steeds weer nieuwe vruchtlichamen (‘oren’) kan maken.

Judasoor. De foto is ter beschikking gesteld door Connie IJmuiden
Judasoor

 
 

Samenvatting 2022

Het was alweer 6 jaar geleden dat er voor het laatst een planteninventarisatie op de Kruiskade/Spookverlaat had plaatsgevonden in opdracht van Staatsbosbeheer.en ik () gingen daarom in april dit jaar van start met inventariseren en in juni en september nogmaals om het verhaal compleet te maken. Staatsbosbeheer heeft ons gebied in drie delen verdeeld Oost, Midden en West en van alle drie de gebieden wilden ze een aparte inventarisatielijst ontvangen. We gingen aan de slag en konden begin september terugkijken op een voor mij zeer leerzame tijd en voor ons samen een intensieve maar gezellige planteninventarisatie. Het voordeel van planten is dat ze niet wegvliegen en je dus makkelijk nog een stapje terug kan doen om nog eens goed te kijken zodat je zeker weet of je de goede naam bij de “gespotte” plant hebt genoteerd. Mooie waarnemingen waren o.a. het Vreemd speenkruid dat verdacht veel op het Gewoon speenkruid lijkt maar door goed te kijken zie je dat deze soort geen okselknolletjes heeft en kroonblaadjes die breder zijn dan 4 mm en elkaar overlappen.

Vreemd Speenkruid
Vreemd speenkruid

De roze winterpostelein (Claytonia sibirica) een schattig paars/rozig bloemetje.

Roze winterpostelein
Roze winterpostelein

Brandnetel­varianten

Het Pitrus met het verhaal erachter dat de pit van deze grassoort vroeger gebruikt werd in olielampen e.d. De Kleine brandnetel konden we de eerste inventa-risatieronde niet vinden. Het was de zondag van de uilenballen pluizen in de Zaagbek daarom kwamen we ook bijop het terrein terecht. Fijn dat hij ook veel verstand van planten heeft want de volgende morgen kreeg ik een appje met foto van een Kleine brandnetel die bij hem langs het pad stond. Bij de ronde in september vonden we er nog meer op de Kruiskade en konden we goed het verschil zien met de Grote brandnetel.

Gevlekte Aronskelk

In de maanden februari en maart, als er nog helemaal geen blad zit aan de bomen en struiken zie je uit de bosbodem de jonge bladeren al tevoorschijn komen vandaar dat ze ons ook direct opvielen aan het begin van de Kruiskade.

Gevlekte aronskelk
Gevlekte aronskelk

Geschubde varen

De vondst van de Geschubde mannetjes varen in september was ook een bijzondere en ook een aandachtsoort dus leuk dat we hem vonden.

Geschubde mannetjes varen
Geschubde mannetjes varen

Tandzaden?

In september vinden we tegen Alphen aan Knikkend tandzaad in een slootje: een eenjarige kruidachtige oeverplant die vrij algemeen voorkomend is in Ne-derland maar voor mij is hij nieuw. Later vinden we ook het Smalle tandzaad en het Veerdelig tandzaad, alle drie stonden ze in bloei en daarom konden we ze goed met elkaar vergelijken.

Knikkend tandzaad
Knikkend tandzaad

Roest

Waar we ook op gelet hebben, zijn bijzonderheden zoals “roest” op planten bijvoorbeeld op het Vreemd speenkruid. Deze schimmel maakt de plant niet dood maar krijgt wel sporen aan de onderkant van het blad die zich weer kunnen verspreiden. Deze roestpuntjes zijn oranje en worden wel de Aeciën genoemd er zijn ook zwarte roestpuntjes maar die zien we nauwelijks. Het is een interessante ontwikkeling want het komt maar op een paar plaatsen voor; waarom niet op alle speenkruid? De zwarte roest, die minder aanwezig was is de Speenkruidroest (Uromyces ficarae) en over de gele roest is de Boterbloem-grassenroest sl, incl. Speenkruid-zuringroest (Uromyces dactylidis sl incl. rumicis).

Oranje roest
Oranje roest

Zwarte roest
Zwarte roest

Meeldauw voor lieveheersbeestjes

Het valt ons op dat er veel meeldauw op de Kruiskade voorkomt en we leren van internet dat dit met de droogte te maken heeft. Ook vinden we een aantal citroenlieveheersbeestjes (ook wel tweeën-twintigstippelig lieveheersbeestje genoemd), deze prachtige gele lieveheersbeestjes leven van de meeldauw. Je zou dus denken dat we er heel veel zien maar dat is niet zo. Als Jeannette ze later aanmeldt op waarneming.nl blijkt het ook de eerste waarneming in dit gebied te zijn en dat vinden wij dan wel weer erg leuk.

Tweeёntwintigstippelig lieveheersbeestje
Tweeёntwintigstippelig lieveheersbeestje

Hop

Ook vinden we veel galletjes op de eikenbladeren (o.a. lensgalletjes en satijngalletjes) en wat we ook heel bijzonder vinden is de uitbundige bloei van de Hop! Je zou er dorst van krijgen!

Ontwikkelingen

We zien veel bramenstruiken en grote brandnetels tijdens alle rondes. Deze planten groeien op land waar veel gerommeld is en de bodem stikstof- en mineraalrijk is. Dit zijn goede voedingsstoffen voor deze z.g. verstoringsplanten (alhoewel het weer geen echte verstoringsplanten zijn). Door de massale groei van de bramen krijgen veel andere planten te weinig licht en zullen zich niet ontwikkelen. We hebben de inventarisatie van 2016 in een Excel sheet naast die van 2022 gezet. Je kan hier zien dat er toch wel verschil zit tussen de inventarisaties in de verschillenden jaren. Er zijn planten verdwenen maar weer andere voor in de plaats gekomen. We telden dit jaar 219 verschillende soorten.

De resultaten vanaf 2009 staan hier naast elkaar.