|
Start » Waarnemingen » Rijnstreek » Wintertellingen 1996-1997 - |
Rijnstreek
» Wintertellingen
» 1995-
» 1996-
» 1997-
» 1998-
» 1999-
» 2000-
» 2001-
» 2002-
» 2003-
» |
124 futen, 274 blauwe reigers, 1.084 knobbelzwanen, 33.959 smienten, 155 torenvalken, 12.735 meerkoeten en 34.149 kieviten. De tellers van onze vogelwerkgroep zijn deze winter weer niet voor niets op pad geweest! In deze Braakbal wordt voor de tweede keer verslag gedaan van de wintervogeltellingen in de Rijnstreek (zie voor het verslag van de vorige winter de Braakbal van december 1996). De tellers van onze VWG zijn actief in de Rijstreek, de Boterhuispolder, de Zegerplas, het zuidoostelijke deel van de polder Vierambacht, en de Zwetpolder bij het Braasemermeer.
Dit artikel geeft de resultaten van de Rijnstreek, het kerngebied van onze vogelwerkgroep. Daarbij worden de gegevens gepresenteerd voor de polders boven de Rijn (Rijnstreek Noord) en onder de Rijn (Rijnstreek Zuid). Hier werden door 12 tellers 19 telgebieden geïnventariseerd. In de tabellen op de volgende bladzijden worden de resultaten van het telwerk gepresenteerd. Niet alle telgebieden zijn elke maand geteld, dus uit de tabellen kan niet zonder meer een seizoenspatroon worden afgeleid. Aangezien de gebieden niet tegelijkertijd geteld zijn, kunnen de in de tabellen gepresenteerde totalen dubbeltellingen bevatten. Een buizerd, bijvoorbeeld, die tijdens een weekend de Rijnstreek aandoet, kan makkelijk uit 3 of 4 telgebieden zijn gemeld.
Voor de interpretatie van de gegevens en vergelijking over de jaren is het weer gedurende de winter en tijdens de telweekenden van belang. De winter 1996/97 zal in de analen worden bijgeschreven als een elfstedenwinter. De periode van kerst tot half januari was dan ook extreem koud. De rest van de winter was dat echter helemaal niet. November was nog zacht, met als gevolg dat er toen nauwelijks ganzen en zwanen te zien waren. De januaritelling viel aan het einde van de strenge vorstperiode. Veel tellers konden in die maand een maagdelijk wit telformulier insturen, want de polders waren vrijwel leeg. Tijdens de telling van februari was de winter al weer afgelopen, de meeste ganzen en zwanen waren dan ook uit onze polders verdwenen. Maart, tenslotte was met tjiftjaffen, tureluurs en grutto's eigenlijk meer een voorjaars- dan een wintertelling. Al met al was het een korte maar tijdelijk hevige winter.
Veel vogelkijkers zijn eind januari/begin februari naar de Lagenwaardse polder geweest om te genieten van de duizenden ganzen die daar toen zaten (zie veldwaarnemingenrubriek van de vorige Braakbal). Helaas viel de hause van ganzen buiten de teldata. Alleen in februari konden nog 460 rietganzen en 960 kolganzen worden gemeld. Gelukkig gaat de provincie Zuid Holland niet alleen af op de aantallen op de teldata. De grote aantallen zijn dan ook doorgegeven, en de coördinator van de wintervogeltellingen is eind januari nog speciaal een kijkje komen nemen. Voor de kleine zwaan geldt een beetje hetzelfde verhaal: tijdens de teldata zijn er maar 14 (!) geteld. Het overzicht datvoor de provincie heeft samengesteld geeft een hele andere indruk.
Zoals gezegd waren de polders tijdens de januaritelling leeg. Vrijwel alle in januari voor de Rijnstreek Noord genoteerde watervogels bevonden zich in de omgeving van een wak in de Jachthaven de Does.
De tabellen bekijkend valt op dat de aalscholver zich echt tot een wintergast begint te ontwikkelen: in alle wintermaanden zijn er uit de Rijnstreek aalscholvers gemeld, en meestal in grotere aantallen dan vorige winter. Ook de wulp werd in grotere aantallen gemeld, waarbij met name de Gnephoek goed scoort. Treurig is dat er de hele winter geen patrijs is gezien, ook niet ten zuiden van de Rijn. Ook de krakeend werd minder waargenomen. Hopelijk is er geen sprake van een trend.
Een leuke waarnemingsreeks bij de zangvogels betrof de veldleeuwerik in de Lagenwaardse polder. Van oktober tot maart werden er respectievelijk 320, 128, 180, 140, 85 en 16 exemplaren geteld. Spectaculair was een tweetal rouwkwikstaarten in de Vlietpolder in maart. Voor veel vermaak zorgden ook de twee heilige ibissen die in oktober in de Gnephoek zaten.
De kleine zwanenreeks was deze winter weer wat mager: 105, 36, 30 en 15. Ook ganzen werden vrijwel niet geteld. De nijlgans nam wel wat toe, maar daar zitten we nu niet echt op te wachten. De smient was traditioneel weer in grote aantallen present in De Wilck: over de 6 tellingen 470, 4685, 8120, 0, 2950, 4225 exemplaren.
Ondanks de kou was de januaritelling bezuiden de Rijn de moeite waard, met name vanwege een vijftal roofvogelsoorten. Daarvan springen de blauwe kiekendieven in de Boterpolder en de Riethoornse Polder in het oog; in deze laatste polder verbleef bovendien een smelleken. Andere leuke waarnemingen betroffen 20 grote zaagbekken in de Alphense Polder (jan), een nonnetje in de Boterpolder (jan), een vuurgoudhaantje in de Groenendijkse Polder (dec) en 3 lepelaars in de Barrepolder (maart).
Vergeleken met vorige winter werden er in de Rijnstreek Zuid meer aalscholvers, wilde eenden, buizerds en scholeksters gezien, maar minder krakeenden, patrijzen, fazanten en waterhoentjes.
1996/97 Noord | oktober | november | december | januari | februari | maart |
dodaars | 3 | 1 | ||||
fuut | 19 | 25 | 22 | 15 | 9 | |
aalscholver | 15 | 15 | 33 | 2 | 2 | |
blauwe reiger | 48 | 34 | 29 | 3 | 21 | 9 |
heilige ibis | 2 | |||||
knobbelzwaan | 71 | 113 | 109 | 118 | 40 | 48 |
kleine zwaan | 10 | 4 | ||||
wilde zwaan | 2 | |||||
rietgans | 460 | |||||
kolgans | 960 | |||||
brandgans | 1 | 4 | ||||
canadese gans | 1 | 1 | ||||
nijlgans | 29 | 4 | 1 | 1 | ||
smient | 412 | 309 | 392 | 3015 | 479 | 101 |
krakeend | 6 | 10 | 6 | |||
wintertaling | 18 | 1 | 15 | 14 | ||
wilde eend | 475 | 459 | 751 | 701 | 411 | 346 |
slobeend | 5 | 5 | 3 | |||
tafeleend | 2 | 3 | 1 | 1 | ||
kuifeend | 18 | 39 | 152 | 22 | 93 | 5 |
brilduiker | 1 | |||||
grote zaagbek | 3 | |||||
blauwe kiekendief | 1 | |||||
sperwer | 1 | 1 | 1 | 1 | ||
buizerd | 5 | 11 | 5 | 7 | 9 | 2 |
torenvalk | 23 | 22 | 18 | 12 | 17 | 4 |
slechtvalk | 1 | 1 | ||||
fazant | 5 | 3 | 1 | 2 | ||
waterral | 1 | |||||
waterhoen | 38 | 84 | 73 | 34 | 51 | 26 |
meerkoet | 600 | 1445 | 1618 | 2841 | 2219 | 483 |
scholekster | 2 | 2 | 8 | 261 | ||
goudplevier | 11207 | 1485 | 57 | 2 | 45 | |
kievit | 2695 | 4990 | 135 | 433 | 741 | |
kemphaan | 1 | |||||
watersnip | 61 | 115 | 10 | |||
grutto | 183 | |||||
wulp | 18 | 13 | 49 | 56 | ||
tureluur | 17 |
1996/1997 Zuid | oktober | november | december | januari | februari | maart |
Dodaars | 1 | 1 | ||||
Fuut | 4 | 7 | 6 | 7 | 10 | |
Aalscholver | 25 | 13 | 34 | 1 | 22 | 11 |
blauwe reiger | 40 | 26 | 34 | 7 | 13 | 10 |
Ooievaar | 1 | |||||
Lepelaar | 3 | |||||
Knobbelzwaan | 111 | 79 | 142 | 165 | 51 | 37 |
kleine zwaan | 105 | 36 | 30 | 15 | ||
kolgans | 19 | 2 | ||||
nijlgans | 6 | 30 | 5 | 1 | 10 | 4 |
smient | 2512 | 5927 | 9564 | 2034 | 4556 | 4658 |
krakeend | 8 | |||||
wintertaling | 4 | 29 | 58 | 4 | 37 | |
wilde eend | 648 | 438 | 1488 | 1227 | 482 | 402 |
slobeend | 11 | 5 | 2 | 8 | ||
tafeleend | 1 | 1 | ||||
kuifeend | 11 | 42 | 31 | 53 | 34 | 38 |
nonnetje | 1 | |||||
grote zaagbek | 20 | 11 | 6 | |||
bruine kiekendief | 1 | |||||
blauwe kiekendief | 2 | |||||
sperwer | 1 | 1 | 2 | 1 | ||
buizerd | 3 | 4 | 5 | 6 | 8 | 2 |
torenvalk | 15 | 10 | 13 | 10 | 5 | 6 |
smelleken | 1 | |||||
slechtvalk | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 | |
fazant | 25 | 8 | 5 | 25 | 9 | 3 |
waterhoen | 36 | 54 | 84 | 42 | 43 | 35 |
meerkoet | 556 | 677 | 708 | 460 | 744 | 384 |
scholekster | 2 | 14 | 5 | 10 | 606 | |
goudplevier | 942 | 4070 | 2740 | |||
kievit | 6153 | 13625 | 3006 | 2232 | 639 | |
kemphaan | 14 | 5 | ||||
watersnip | 158 | 45 | 4 | 1 | ||
grutto | 263 | |||||
wulp | 129 | 42 | 67 | 10 | ||
zwarte ruiter | 7 | 1 | ||||
tureluur | 18 |
Voor meer informatie over tellingen kunt u met contact opnemen. |