2020

Amalia
Pad naar Amalia
Meerkoet met jongen
Meerkoet met jongen
Halsbandparkiet
Halsbandparkiet
Winterkoning
Plasje naast de Oostvaart

In totaal werd het onderzoeksgebied in 2020 benut door 57 geldige vogelsoorten, 27 ervan waren niet-zangvogels en 30 behoorden tot de zangvogels. Dit bleek het hoogste jaarlijkse soortenaantal tot nu toe in de 26 onderzoeksjaren: 2017 was het vorige recordjaar met 56. Deze 57 vogelsoorten deden het vergelijkenderwijs ook onverwacht goed als het aantal geldige territoria bekeken wordt: de niet-zangvogels hadden er 275 bezet en de zangvogels 341. Bij elkaar leverde dit het onverwacht hoge aantal van 616 territoria op, wat een dikke verbetering van het vorige record van 550 (2015) bleek, ofwel een plus van 66 = 12,0 %! Hierbij dan weer wel de aantekening, dat tussen de N11 en de Amaliahut een flink aantal nieuwe nestkasten bijkwam.

Nieuwe soorten

Die kunnen wij niet jaarlijks bijschrijven, maar 2020 viel daarbij wel flink op. In 2019 werd soort nummer 78 bijgeschreven, maar ons verslagjaar scoorde er zelfs 3: Kerkuil, Cetti’s Zanger en Snor (= RL-soort)! De totaallijst staat daarmee dus nu op 81!

Nationaal en Europees belang

In ons "postzegelgebiedje” hebben we allereerst te maken met de Europese Vogelrichtlijn 1979 (+ aanvulling 1991).  Zonder een terugblik op voorgaande jaren zochten in 2020 weer 3 vogelsoorten uit die lijst het gebied op om hun soort mede in stand te houden: Ooievaar (1), IJsvogel (1), Blauwborst (1). In de nu 26 jaar (tijdvak 1995/2020) onderzoekslooptijd waren dit 5 soorten (+ Bruine Kiekendief, Grote Karekiet).

Nederlandse Rode Lijst

Tijdens de periode 1995/2020 maakten 15 RL-soorten ervan gebruik, in 2020 waren dit er 4: Koekoek (1), Snor (1), Ransuil (1), Spotvogel (16!!); voor deze laatstgenoemde soort een dik record (dit was 12 in 2015 (+ 4 = + 33%). Staatsbos reageerde al positief; er wordt beslist later in de “echte” rapportage op teruggekomen.

Extra - de Uilen

Over 1980/2020 worden nu vijf soorten vermeld: Ransuil, Steenuil, Kerkuil, Velduil en Bosuil. Als broedvogel staan de eerste drie nu als geldig genoteerd. De Velduil is meermalen als wintergast en/of passant gemeld. In het najaar 2019 werd een Bosuil meermalen roepend gehoord, maar helaas buiten de door Sovon voorgeschreven datumgrenzen om als geldige broedvogelsoort te kunnen bijschrijven.

Essenkap - Heeft dat gevolgen voor de vogelstand?

Nog wat aandacht voor de grootschalige jaarlijkse essenkap sinds oktober 2017 en de minstens even ingrijpende SBB-werkzaamheden om hout te oogsten. Zo’n dikke 15 jaar geleden voerde “Staatsbos” commerciële houtoogst uit in het z.g. Driehoeksbos naast de N11. Maar binnen enkele jaren groeide de vogelstand juist daar aanzienlijk bij met o.a. de Bosrietzanger. In de vanaf 2017 fors (deels) onderhanden genomen boskavels (i.v.m. landelijke essenproblematiek), vindt een snelle (her-)groei van flora en nieuwe aanplant (o.a. struiken) en lage bodembegroeiing plaats. Maar daardoor noteerden wij als team zeker in 2020 ook een grotere en meer gevarieerde vestiging van soorten als Grasmus, Spotvogel, Bosrietzanger, Cetti’s Zanger, enz. Ons team was op die mogelijkheid heus wel voorbereid, maar een juist snelle bevestiging daarvan geeft toch altijd een prettig gevoel van voldoening! En wie weet wat er zich nog meer gaat voordoen!!?? Als over meerdere jaren de grootschalige kapwerk-zaamheden achter de rug zijn kan er zelfs per kavel worden nagegaan, wat de invloeden ervan op de broedvogelstand zijn (geweest). Een tijdrovende maar ook dankbare klus en niet onbelangrijk om zowel meer breder als diepgaander inzicht te verkrijgen! Wie weet?

Meer van langer geleden?

Meer ontwikkelingen door de tijd treft u in het overzicht van alle onderzoeksjaren vanaf 1995 tot heden

Contact

Voor vragen over het Spookverlaat/ de Kruiskade kunt u zich tot richten.