Beste mensen,

Alweer de laatste telling van het seizoen, hoewel sommigen van jullie ook in april nog gaan tellen. Even een korte terugblik.

Het was weer eens een ouderwetse winter. Dat zag je terug in de aantallen en soorten op verschillende plaatsen. Wat je bijvoorbeeld nu zag, was dat in zowat elk telgebied kramsvogels in meer of mindere mate geteld werden. De weersomstandigheden voor de tellers waren ook niet altijd even aangenaam; koud en guur. Maar door die winter werd het wel weer spannend en boeiend: wat zou er in mijn telgebied te zien zijn? In het telgebied van onze onvolprezen columnist telde hij bijvoorbeeld 61 kleine zwanen. Dat moet, gezien zijn laatste column, een hoogtepunt in zijn tellersbestaan zijn. En een motivatie om onverdroten, niet versagend door te gaan.

De resultaten van februari

Ons smientenbolwerk de Wilck liet ons met 2 exemplaren lelijk in de steek.
De Zegerplas compenseerde dat met 14.000 smienten en daar bovenop ook nog eens 561 kuifeenden.
Ook in de Wijde Aa werden smienten gezien: 3000.

We blijven even bij de ganzen en zwanen:

Tot slot nog wat leuke sprokkels:

Ik wens jullie allemaal een heel plezierige maarttelling!

Met een hartelijke groet,