Beste mensen,
|
Als ik zo de lijstjes zit te bekijken voor de nieuwsbrief vallen me soms opeens
een aantal zaken op. Zeker als je al jaren telt en vergelijkingen kan maken
met vroeger. Nu heb ik van bijvoorbeeld de buizerd niet alle gegevens van twintig
jaar geleden, maar ik durf wel de stelling aan dat hij veel meer voorkomt dan
voorheen toen ik net met tellen begon.
Het is inmiddels een broedvogel in het werkgebied van de vogelwerkgroep en wie
had dat bij de start van de vogelwerkgroep, ook al weer tweeëndertig jaar
geleden, gedacht en verwacht? Om een lang verhaal kort te maken: in november
werden er wel 39 geteld!
Een andere ‘echte’ nieuwkomer van de laatste tien jaar is de grote zilverreiger (na de laatste Braakbal durf ik natuurlijk geen enkele vogelnaam meer met een hoofdletter te schrijven…). Tijdens de novembertelling werden er 25 waargenomen, als volgt verdeeld:
De ‘place to be’ echter was vorige maand de Wilck. Maar liefst zes soorten roofvogels werden er gezien:
En het waren niet alleen roofvogels. Wat dacht je van 2560 kolganzen en 940 grauwe ganzen. Om het af te maken zaten er ook nog 4750 smienten en 19 watersnippen! In totaal met alle andere nog waargenomen soorten13.999 individuen.
Een zeldzame die je bij ons niet vaak ziet was de velduil in Hondsdijkse polder.
Verder zagen ze daar nog een slechtvalk en een blauwe kiekendief. Ook in de
Oostbroekpolder zat een slechtvalk. Nog wat krenten uit de novemberpap: 2 dodaarsjes
in de Zegerplas, 1460 kieviten in de polder Achthoven, waar ook 2 grote gele
kwikken zaten, 860 goudplevieren in de Lagenwaardse polder, een groene specht
in de Grote Polder Noord en 100 brandganzen in de Grote Polder Zuid en tot slot
1500 goudplevieren in de Groenendijkse polder.
Rest mij iedereen een heel leuke telling voor december en heel prettige feestdagen
toe te wensen met dank voor alle inspanningen van afgelopen jaar.
Met een hartelijke groet,